Jan T. Bremer
Gelder, stiefzoon van De Ruyter.
Al deze verliezen ten spijt kan tenslot
te wel worden geconstateerd dat door
de inspirerende leiding van admiraal
Michiel Adriaensz de Ruyter de vloot
van de Republiek erin geslaagd was
een vijandelijke overmacht van de
Hollandse kust te verjagen, waar
door de vijandelijke landingsplannen
moesten worden opgegeven. 'De slag
bij Kijkduin had nu definitief ieder
gevaar voor een landing in Holland of
Zeeland afgewend en daarmee de oor
log ter zee ten gunste van de Republiek
beslist. De zeehandel werd weer open
gesteld'.12
De Engelse koning Karel II zag zich
al vrij snel gedwongen de vrede van
Westminster te sluiten (1674). Ook
met Munster en Keulen kwam de
Republiek spoedig daarop tot over
eenstemming. De strijd met Frankrijk
duurde nog tot 1678, maar die oorlog
werd vooral uitgevochten in de Zui
delijke Nederlanden en de Rijnstreek.
Bibliografie
Ph.M. Bosscher, 's Lands vloot en het be
houd van de staat in de oorlog 1672
1673', in: verlag van het symposium
Nederland in de Derde Engelse Oorlog
(Den Helder, 1973).
Gerard Brandt, Het leven en bedryf van
den Heere Michiel de Ruiter, Hertog,
Ridder, &LO. Admiraal Generaal van
Hollandt en Westvrieslandt (Amster
dam 1687).
J.T. Bremer en H. Schoorl, Volk aan het
Marsdiep (Schoorl 1983).
J. R. Bruijn, De oorlogvoering ter zee in
1673 in journalen en andere stukken
(Groningen 1966).
D. Burger van Schoorl, Chronyk van de
stadMedemblik (Hoorn 1747).
J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Ne-
derlandsche Zeewezen, Tweede Deel
(Haarlem 1859).
A. Korff, Beknopte geschiedenis van Huis
duinen en Den Helder (Haarlem 1958).
R.B. Prud'homme de Reine, 'Michiel
Adriaenszoon de Ruyter, zijn scheeps
volk en de strijd ter zee, in: J.R. Bruijn
[red.] De Zeven Provinciën, een nieuw
schip voor Michiel de Ruyter (Franeker
1996).
Noten
1 Korff, 166, 167.
2 De Jonge, 403.
3 Burger van Schoorl 168.
4 Prud'homme de Reine, 49 e.v.
5 Brandt, geciteerd door Prud'homme
van Reine, 59.
6 De Jonge, 406.
7 Bruijn, 89, 90.
8 Zie: noot 4.
9 Bremer en Schoorl, 45, 46.
10 Bosscher, 1973 (geciteerd uit G.
Brandt).
11 De Jonge, 421, 422.
12 Bruijn, 30.
72