Beide vloten, drie eskaders
De vijandelijke vloot bestond, even
als de Hollandse, uit drie eskaders:
twee Engelse, een Franse. De Engelse
opperbevelhebber Rupert had een
rode vlag in top, admiraal Spragge
voer met een blauwe vlag, terwijl
het Franse eskader, onder admiraal
d'Estrée een witte vlag voerde. Terwijl
de wind naar west ruimde, koersten
beide vloten vervolgens zuidwest ten
zuiden. Hierbij had admiraal Banck-
erts eskader de voorhoede genomen.
De Ruyter voer met zijn eskader in
het midden en admiraal Tromp leidde
de achterhoede.
Bij de vijand zeilden de Fransen in
de voorhoede, Ruperts eskader in
het centrum en Spragge in de ach
terhoede. Door de grote omvang van
de vloten breidde de zeeslag zich uit
over een breedte van 5 tot 10 mijl en
ontbrandde de slag in drie afzonder
lijke gevechten tussen de voorhoedes,
het centrum en de achterhoedes. De
Fransen weerden zich aanvankelijk
dapper tegen Banckert maar hielden
het na enkele uren grotendeels voor
gezien, vanwege het slechte weer. In
derdaad werden de strijdenden in de
ochtend zeer gehinderd door mist en
regen. Maar of dat een reden was om
te stoppen? Voor de Engelsen en Hol
landers in ieder geval niet. Doordat
de Fransen de slag verder ontweken
kon Banckert zijn opperbevelheb
ber gaan helpen. Hij liet een tiental
schepen achter om de Fransen in de
gaten te houden en ging op zoek naar
De Ruyter. Deze was in een hevig ge
vecht gewikkeld met Rupert, waarbij
de eskaders zich in westelijke richting
van de kust verwijderden. Met de
komst van de regen was ook de wind
van richting veranderd, waardoor
de loef niet langer voor het eskader
van De Ruyter was. Op zich nu ook
weer niet zo'n probleem voor de er
varen zeeofficieren van De Ruyter.
De Engelse vlagofficieren, met veel
minder praktijkervaring dan de Hol
landers, hadden de grootste moeite
bij de veranderde windrichting om
hun linie bijeen te houden. De Ruyter
profiteerde daarvan door zijn eskader
als een wig tussen de Engelsen te drij
ven, waardoor een aantal schepen van
hun hoofdmacht afgesneden werd.
Toen Banckert na het middaguur De
Ruyter te hulp kwam zag het er slecht
uit voor de Engelsen, maar na ander
half uur harde strijd, zag Rupert toch
kans zijn eskader bijeen te krijgen en
noordwaarts richting het eskader van
Spragge te komen.8
Spragge en Tromp zwoegden in een
zware strijd beneden de wind tegen
over de kust van Kijkduin. Hier was
het gevecht tussen het blauwe eskader
en de Hollanders het hevigst. Tromp
in zijn Gouden Leeuw en Spragge
in de Royal Prince beschoten elkaar
meer dan drie uur. In deze 'Slag van
Kijkduin', zoals hij van Hollandse
zijde wordt genoemd, en 'The Bat
tle of Texel' van Engelse zijde, ble
ken de Hollandse kanonnen in het
algemeen superieur te zijn aan die
van hun tegenstanders; zij vuurden
in hoger tempo. Tijdens dit gevecht
had de Gouden Leeuw in drie uur
nog geen man verloren, maar werd
de Royal Prince zo hevig beschadigd,
dat Spragge moest overstappen op de
St. George en op dit schip zijn blauwe
vlag hees. Niet lang daarna verloor dit
schip zijn marssteng. Toen Spragge
andermaal probeerde van schip te
veranderen, trof een kanonskogel de
sloep waarin hij de St. George verliet
en hij verdronk hierbij. Spragge had
koning Karel II beloofd Tromp dood
of levend naar Engeland te brengen,
maar bekocht deze grootspraak met
de dood. Ook de Gouden Leeuw was
zwaar beschadigd en Tromp hees zijn
vlag op de Komeetster. Hij zette in alle
hevigheid het gevecht met het blauwe
eskader voort. In de namiddag kwam
het rode eskader van Rupert het
blauwe te hulp, terwijl De Ruyter het
eskader van Tromp kwam versterken.
Nadat de eskaders zich zo goed mo
gelijk hadden gehergroepeerd en de
Fransen zich op het laatste moment
bij de Engelse eskaders hadden ge
voegd, ging de zeeslag nog twee uur
door, totdat de Engelsen zich 's avonds
om 7 uur in noordwestelijke richting
verwijderden. De Hollandse eska
ders zetten oostwaarts koers naar het
Marsdiep. Voor de derde maal had
den de vloten slag geleverd, zonder
dat een schip geheel verloren was ge
gaan, behalve een aantal branders en
het Engelse jacht Henrietta.
De winst lag geheel aan de Hollandse
zijde. Met minder schepen dan de
geallieerden, maar met grote kunde
van navigatie en strategie, met be
wonderenswaardige dapperheid en
vuurkracht, hadden de Hollandse
bevelhebbers en hun manschappen
de geallieerde eskaders gedwongen
hun landingsplannen op te geven.
Slecht weer en aanzienlijke schade
dwongen de geallieerde vloot in de
Theemsmonding voor anker te gaan.
De thuisvarende Oost-Indische koop
vaarders konden zodoende veilig de
thuishaven bereiken.
Gebed op het duin
Gedurende de zeeslag keek de kust
bevolking van Petten tot Texel vanaf
de duintoppen in spanning naar de
hevige kanonnades en manoeuvres
van de eskaders. Een ooggetuige
vermeldt een bijzonder feit. De dui
nen waren bij Kijkduin met mensen
bedekt, die angstig naar het gevecht
zagen, dat het lot van het vaderland
beslissen zou. Onder de aanwezigen
werd een predikant herkend. Men
drong bij hem aan het woord voor
allen te nemen en daar aan het strand
een bede tot God op te zenden. Hij
gaf daaraan gehoor. Alle hoofden
ontblootten zich en de predikant, op
een der duintoppen staande, het ge
laat naar den zeekant gekeerd, droeg
het benauwde vaderland aan den
God van hemel en aarde op. De bede
verkeerde weldra in dank, toen de
tijding van de overwinning aankwam
Deze predikant was de dertigjarige
Salomon van Till. Hij vertaalde de
angst van het toegestroomde volk in
een doorleefde, uit de directe situatie
geboren preek en gebed, die diepe
indruk op de omstanders maakte. De
calvinisten vereenzelvigden zich graag
met hun oudtestamentische helden en
70