Slag bij Kijkduin
Uit: Joornael gehouden bij Michiel
Ad Ruyter, Luytenant-amyrael van
Hollant en Westvryeslant, op slans
schyp De Seven Provensyen Anno
1673, begonnen den 29 Apryl:7
Den 21 agust, op maendach. Item
den 21 smorgens met den dage
wynt O.S.O., moeyge coelte. Wij
sagen den vijant in lije van ons!
Wij waren tussen Camperduyn
en Petten, geen 2 mijl vant lant.
Wij rangerde ons in goede oorder
en seylde vol op onse vijanden af
en quamen op pryns Robbert sijn
esquater aen, de heer Banker op de
Fransen en de heer Tromp op syer
Eduwaert Spraeck. En wij batel-
geerde van 9 uren tot 2 uren naer
de myddach, doe raeckte wij van
den anderen. De Fransen wende
oost aen, de Eyngelsen N.W aen
en de heer Tromp met de blaeuwe
vlach raeckte uyt ons gesycht int
noorden, soodat wij nootsakelijck
den heer Tromp mosten gaen om
te sekondeeren. Daer werden 6
branders genomen en verbrant en
deverse steyngen af en rees. Ten
5 uren quamen wij bij de heer
Tromp en sagen den vijant mede
seer desolaet: den amyrael van
de blauwe vlag sijn grote mast en
besaensmast en voorsteyng en de-
verse haer steyngen [af]. Den vij
ant verloor savons een schyp van
pryns Robbert esquater, dat sonck
ten 6 uren. De amyralen quamen
aen boort. Den vys-amyralen De
Liefde en Sweers waren doodt en
capteyn Van Gelder, mijn sone, en
capteyn Sweers. Wij weylde S.O.
aen tot den 22 smorgens.
'Eerst zeilde s Landsvloot noordnoord
oost en de vijand zuidzuidoost, maar
des namiddags wendde De Ruyter het
roer om de zuid over, welke koers tot
na middernacht op het lood gevolgd
werd, toen de opperbevelhebber, oor-
deelende dat men de Hollandsche kust
digt genoeg ter uitvoering van zijn wel
berekend ontwerp genaderd was, het
sein deed westnoordwest over te wen
den, hetgeen met de meeste geregeld
heid geschiedde. Met den dag bevond
zich de vloot boven de vijand, tussen
de koninklijke Engels/Franse]) vlo
ten en de kust op eenen afstand van
nog geen twee mijlen van de kust!'
Aldus de maritieme historicus J.C. de
Jonge.
Er staat dus eigenlijk dat De Ruyter
kans zag om bij zuidwesten wind en
gebruik makend van de duisternis
dicht onder de kust noordwaarts te
zeilen en daarbij het voordeel van de
wind te krijgen. De vijand kreeg ver
volgens door een snelle aanval in de
vroege morgen van de 21e augustus
geen gelegenheid meer om door ma
noeuvres de loef, dat is de windzijde,
te veroveren. Omstreeks acht uur in
de ochtend brandde de strijd los.
69
De Gouden Leeuw, vlaggenschip van luitenant-admiraal Cornelis Tromp, neemt de Royal Prince onder vuur, die inmiddels de
grote mast en de bezaansmast heeft verloren. In het midden vergaat de sloep van vice-admiraal Spragge op weg naar het linie
schip Royal Charles. Litho van P.J. Schotel uit de negentiende eeuw. (Collectie Marinemueum).