ture ontstaan. In zo'n situatie bood de
admiraliteit de Staten-Generaal een
dubbeltal aan, ditmaal bestaande uit
David Vlugh, grootschipper en Zeger
Groes,'een oudt bevaereZeeman.37
Gewoonlijk kozen de Staten-Generaal
de als eerste genomineerde. Nu ne
geerden ze de nominatie, passeerden
Vlugh en benoemden Groes.38
Begin 1665 had de admiraliteit twee
extra-ordinaris kapiteins nodig. Dus
bood ze de Staten-Generaal op 19
februari twee dubbeltallen aan, een
voor Enkhuizen en een voor Me-
demblik. Voor Enkhuizen waren dat
Frederik Stachouwer en David Vlugh,
voor Medemblik Gerrit Cornelisz
Boos en Hendrick Stuyt. Stachouwer
had in de Eerste Engelse Oorlog als
luitenant gediend onder Pieter Florisz
en was nu kapitein luitenant op het
schip van schout-bij-nacht Volckert
Adriaensz Schram. Vlugh wordt aan
geprezen als iemand die jarenlang als
schipper heeft gevarenende met syn
schip in verscheyde occagie jegens den
vyandt geweest ende sich well gequee-
ten heeft'.
Vlugh voert in zijn rekest aan 16 jaar
als schipper te hebben gediend op
verschillende gemonteerde schepen,
'waervan hy jegenwoordich noch voert
een schip met tien stucken'. Naar eigen
zeggen had hij zijn land al die ja
ren '(sonder roem gesproocken) in ver
scheyde zeeslagen merckelycken dienst
gedaen, ende hem altyt eerlyck ende
mannelyck gequeeten, als een zeeman
schuldich is ende behoort te doen'. Nu
hielden de Staten-Generaal zich aan
de nominatie en benoemden op 23
februari Stachouwer en Boos.39
In februari kon Vlugh ook een aan
bevelingsbrief overleggen van Roe
mer Kant, presiderend burgemeester
van Enkhuizen. Kant schreef dat hij
Vlugh van jongs af aan had gekend
en verzekerde dat hij 'een goet soldaat
en ervaren seeman[was], ende dat hij
lange jaeren voor schipper sijn Reders
met contentement gedient heeft op ver
scheyde scheepen'. Vlugh's ambitie om
kapitein te worden verbaasde Kant
dan ook alsoo hij van sijn Reeders een
beminde schipper is en verleeden jaer
De Prinsenhof, tegenover de Westerkerk, zetel van de admiraliteit in Enkhuizen
(Westfries Museum, Hoorn).
nog een nieuw schip heeft uytgehaelt,
dat jegenwoordich alhier in de haven
leydt'. Maar volgens Kant wilde Vlugh
wel eens laten zien dat hij van zijn
vaderland hield,' ende oock te meer om
dat de Engelschen hem verleeden jaer
een groot affront gedaen hebben, daer
hij hoopt revensie wraak] van te
hebben'.40
In april 1665 was Kant van mening
dat Enkhuizen zich moest inzetten
voor de benoeming van Vlugh of - als
dat niet lukte - van Stachouwer tot
schout-bij-nacht, aangezien Schram
op 20 maart was bevorderd tot vice-
admiraal. De keuze viel echter op
Stachouwer, die op 25 april werd be
vorderd tot schout-bij-nacht.41
Van luitenant tot kapitein in 1665
Inmiddels was de Tweede Engelse
Oorlog (1665-1667) uitgebroken. De
eerste zeeslag in deze oorlog vond
plaats op 13 juni 1665 bij Lowestoft.
Het werd een Engelse zege. Van de
103 Nederlandse schepen gingen er
17 verloren. Drie luitenant-admiraals,
waaronder opperbevelhebber Van
Wassenaer-Obdam, die met schip
en al de lucht in vloog, en een aantal
kapiteins sneuvelden. 5000 andere
schepelingen werden gedood, gewond
of krijgsgevangen gemaakt.42 Schram
raakte ernstig gewond. Hij werd 'ge-
quetst door een grof geschut-kogel aan
den rechter-arm't geen hem denzelven
byna deed verliezen, en waar door
hy belet wierd dit jaar weêr in zee te
gaan'.43
Dat het opperbevel niet in handen
was geweest van een ervaren zeeman,
maar van de gewezen cavalerieofficier
Van Wassenaer-Obdam, werd destijds
al gezien als een van de oorzaken van
de nederlaag. Een andere oorzaak was
het laffe gedrag van een achttal kapi
teins die zich tijdens de slag hadden
gedrukt. Zij werden zwaar gestraft.44
Op 14 juni, een dag na de slag, was
Tromp met ongeveer 60 schepen op
de rede van Texel binnengevallen; 16
a 17 anderen hadden een wijkplaats
gevonden in het Vlie. Een paar dagen
later kreeg de vroedschap van Enk
huizen van hun raad ter admiraliteit
bericht dat misschien eerdaags '18 off
20 schepen van oorloch uyt de vloten
in Texel en[de] 't Vlie leggende naer zee
souden mogen worden geprest en[de]
onder anderen daertoe gedespicieert
aangewezen] soude wesen het schip
vande Cappiteyn de Boer onder 't com
mando van een ander persoon'. Om
die reden werden de burgemeesters
op 22 juni gemachtigd 'Cappiteyn
47