Een impressie van
de eerste dag van
de Vierdaagse
Zeeslag op 11 juni
1666. Kapitein
Houttuijn liet tij
dens deze slag het
leven. Litho van
P.J. Schotel uit de
negentiende eeuw
(Collectie Marine
museum).
Aan dek van een
Nederlands oor
logsschip tijdens
de Vierdaagse Zee
slag 11 juni 1666.
Impressie van
Koos Hoogendijk
uit 1987 (Collectie
Marinemuseum).
terste eskader, dat onder leiding stond
van Cornelis Tromp. De bemanning
van de Jonge Prins telde 300 kop
pen. Hiervan voeren er 50 als soldaat
mee.
In de vroege ochtend van 11 juni 1666
lieten de Nederlandse schepen de
ankers zakken tussen de Vlaamse en
Engelse kust. Toen rond het middag
uur de Engelse vloot in zicht kwam,
werden de ankertouwen gekapt en
zeilden de Nederlandse schepen in
linie de vijand tegemoet. Het ge
vecht brak in alle hevigheid los. Al
snel raakten de eerste schepen door
kanonvuur zwaar beschadigd. Zo
ook het schip van de Engelse vice-
admiraal Berkeley. Cornelis Tromp
wilde daarop het schip enteren maar
deze manoeuvre pakte niet goed uit.
Zijn schip de Hollandia kwam in
aanvaring met een ander Nederlands
oorlogsschip en veranderde van een
jager in een prooi. De Hollandia
kreeg de volle laag. Halverwege de
middag besloot Tromp zijn vlag naar
een ander schip over te brengen. De
keuze viel op het schip van kapitein
Houttuijn. De Jonge Prins werd een
vlaggenschip. Met luitenant-admiraal
Tromp aan boord van zijn schip werd
Houttuijn een onverwachts middel
punt in de strijd. De Jonge Prins kreeg
38
72