Kopenhagen en werden de Denen bij de verdediging van hun hoofdstad geholpen. De winter van 1659-1660 was nog strenger dan de voorgaande en eiste weer vele slachtoffers. Het keerpunt van de oorlog tussen Zwe den en Denemarken kwam geheel onverwachts. In februari 1660 over leed koning Karel Gustaaf, waarna de vredesonderhandelingen in een stroomversnelling raakten. De Neder landse vloot verbleef in de zomer van 1660 nog in het gebied om toezicht op de prille vrede te houden. Na twee jaar afwezigheid keerde Houttuijn in september 1660 gezond en wel in Nederland terug.53 Vermoe delijk gold dit niet voor zijn oudste zoon. Op 3 november 1660 lieten Adriaan Dirksz Houttuijn en zijn vrouw in Medemblik een testament opmaken door notaris Claas Jansz Nierop. Uit het testament blijkt dat hun oudste zoon Dirk tussen maart 1658 en november 1660 was over leden.54 Mogelijk ligt hij in Deense bodem begraven. Immers in de jaren 1653-1654 diende Dirk Adriaansz al aan boord van zijn vaders schip. Adriaan Dirksz Houttuijn als schout-bij-nacht? Bij de admiraliteit van het Noorder kwartier waren in 1658 twee vaca tures voor vlagofficieren ontstaan. Door het sneuvelen van Pieter Florisz in de Slag in de Sont had de admi raliteit haar vice-admiraal verloren. Daarnaast had ook schout-bij-nacht Jacob de Boer het leven gelaten. Om dat de benoeming van vlagofficieren een provinciale aangelegenheid was, verzochten de Staten van Holland in februari 1659 de admiraliteit om een lijst van kandidaten op te stellen. Daarnaast lieten de Staten een brief naar luitenant-admiraal Van Was- senaer-Obdam uitgaan, waarin ook om namen van geschikte kandidaten werd gevraagd. Op 19 maart hadden de Staten van Holland een reactie van de admira liteit van het Noorderkwartier ont vangen. Voor elke vacature had de admiraliteit een lijstje van vier namen opgesteld. De kandidaten voor het vice-admiraalschap hadden diverse achtergronden: twee oud-schippers, een oud-kapitein en een comman deur. Voor de vacature voor schout bij-nacht waren vier kapiteins van de admiraliteit in beeld: Cornelis Slord van Hoorn, Rens Sevenhuijsen van Alkmaar, Gerrit Femsz en Cornelis Jacobsz de Boer.55 De twee laatstge noemden kwamen uit Enkhuizen. Tot een definitief besluit over de op volging van Pieter Florisz en Jacob de Boer kwam het nog niet. De Staten wensten meer achtergrondinformatie over de kandidaten en van der selver comportementen, gedane diensten, voorigh employ ende andere circum- stantien'. Daarnaast lieten zij de admiraliteit weten dat extra namen welkom waren.56 Blijkbaar was men in Den Haag niet overtuigd van de kwaliteiten van de voorgestelde kan didaten. Enkele dagen later schoof het Medemblikker stadsbestuur Meindert Theunisz Oostwout naar voren. Zij zag in hem een goede kandidaat voor het vice-admiraalschap.57 Met zijn 'gedane diensten en voorigh employ zat het wel goed. Tijdens de oorlog met Engeland had schipper Oostwout onder Jan van Galen in de Middel landse Zee gediend.58 Maar de keuze viel niet op hem. Op 8 mei 1659 ko zen de Staten van Holland voor Jan Cornelisz Meppel als opvolger van Pieter Florisz.59 De benoeming van een nieuwe schout-bij-nacht nam iets meer tijd in beslag. In een brief had luitenant admiraal Van Wassenaer-Obdam zijn voorkeur laten weten. Hij schreef aan de Staten van Holland: 'soo oordeel ick, dat daar niemant bequamer toe souw wesen als Cap[itein] Houtuijn van Medenblicq!60 Deze voorkeur kwam niet overeen met die van het Medemblikker stads bestuur. Want nadat Meindert Oost- wout voor het vice-admiraalschap was gepasseerd, stelde Medemblik dezelfde Oostwout als opvolger van Jacob de Boer voor. Enkele maanden later deed Meindert Oostwout af- stand van zijn kandidatuur en prees het stadsbestuur van Medemblik als nog kapitein Houttuijn aan.61 Maar ook deze post zou niet aan een Me- demblikker worden vergeven. Medio september 1659 werd Volkert Schram uit Enkhuizen tot schout-bij-nacht van het Noorderkwartier gekozen.62 Een tijdelijke promotie In 1665 werd Adriaan Dirksz Hout- tuijn opnieuw voorgedragen. Door uitbreiding van het aantal vlagof ficieren werd Volkert Schram auto matisch bevorderd tot vice-admiraal van het Noorderkwartier en kwam de positie van schout-bij-nacht weer vrij. Kapitein Houttuijn was een van de vijf kandidaten. In een brief van de admiraliteit aan de Staten van Hol land wordt hij aangeprezen als 'een seer out ende zeevarend man'. Verder was zij van mening dat Houttuijn als admiraliteitskapitein voldoende 'soldaet- ende zeemanschap' had aan- getoond.63 Het was een promotiekans die wederom aan hem voorbijging. De Staten stemden voor kandidaat Frederik Stachouwer.64 Toch heeft Adriaan Dirksz Houttuijn korte tijd de vlag van schout-bij nacht gevoerd. Dat gebeurde in 1665, nadat voor de tweede maal tussen Nederland en Engeland oorlog was uitgebroken. In augustus van dat jaar liep de Nederlandse oorlogsvloot on der leiding van Michiel de Ruyter in zee. Zijn opdracht was om de Engelse vloot aan te tasten en de VOC-retour- vloot op te vangen. Kapitein Hout- tuijn bevond zich ook in de oorlogs vloot. Hij leidde weer het Wapen van Medemblik met aan boord 176 ma trozen, 30 soldaten en 17 mariniers.65 Net als de pas benoemde schout-bij nacht Stachouwer was de Medemblik- ker kapitein in het eskader van opper bevelhebber De Ruyter ingedeeld. Op 29 augustus arriveerde De Ruy- ter met zijn vloot voor de kust van Noorwegen. Daar trof hij de VOC-re- tourvloot en vele andere Nederlandse koopvaarders aan. Deze hadden, door dreiging van de Engelse zeemacht, 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 38