sterdamse admiraliteit. Een van de
opvarenden was Jan Cornelisz Mep-
pel, de opvolger van Pieter Florisz. De
vloot van De Ruyter arriveerde in juni
1659 in de Sont, waarna deze zich
bij de schepen van Van Wassenaer-
Obdam voegde. Met deze versterking
kwam het aantal Nederlandse oor
logsschepen in Deense wateren op 78.
Jan Cornelisz Meppel trof de schepen
van het Noorderkwartier in een slech
te staat aan. Verschillende schepen
waren ernstig lek en misten ankers,
touwen en andere scheepsbehoeften.
Ook was er een structureel gebrek aan
levensmiddelen. Geld om levensmid
delen in te kopen was er nauwelijks.
In een brief van 15 oktober 1659 aan
het admiraliteitsbestuur in Hoorn
schreef hij: 'maer ist saecke dat enige
schepen tot Copenhaege moeten over
winteren, soo wil ick verhoopen dat
geene onses Noorderquartiers daer
toe sullen gebruijckt worden. Volgens
Meppel waren de schepen die onder
De Ruyter waren gearriveerd veel be
kwamer.50 De meeste schepen van het
Noorderkwartier hoefden inderdaad
niet een tweede keer bij Kopenhagen
te overwinteren. Begin november
vertrokken Van Wassenaer-Obdam
en Jan Cornelisz Meppel met circa 20
oorlogsschepen en vele koopvaarders
naar Nederland. Slechts enkele sche
pen van het Noorderkwartier bleven
achter. Het Wapen van Medemblik
van Houttuijn was er één van. Ook
zijn stadsgenoot kapitein Claas Vale-
hen had de twijfelachtige eer om op
nieuw een Deense winter te ervaren.
Vice-admiraal Meppel had Houttuijn
tot nader order aangesteld als opper
hoofd van de resterende schepen van
het Noorderkwartier. Valehen werd
als plaatsvervangend hoofd aange-
steld.51 Vanaf november 1659 voeren
de twee Medemblikker kapiteins on
der de vlag van Michiel de Ruyter.
Terwijl Kopenhagen nog altijd door
de Zweden werd belegerd, zette De
Ruyter de aanval in op het Deense
eiland Funen. Duizenden soldaten,
voornamelijk van Duitse, Deense en
Poolse komaf, werden op zijn bevel
aan land gezet. Op 25 november
1659 werd de belangrijke vestingstad
Nyborg op de Zweden heroverd. Bij
deze strijd deed het Nederlandse
scheepsgeschut van zich spreken:
'De groote kogels, yzere bouten, trof
fen huizen, menschen, en paarden. De
daken en steenen vloogen herwaarts en
derwaarts, even als een dichte hagel'.52
Door de inname van Nyborg eindigde
de Zweedse bezetting van Funen.
In de wintermaanden verbleven de
Nederlandse oorlogsschepen weer bij
De verovering
van een Zweedse
schans bij de
stad Nyborg op
25 november
1659. Links op de
afbeelding voeren
Nederlandse oor
logsschepen een
kustbeschieting uit
(Collectie Marine
museum).
De Nederlandse oorlogsvloot onder bevel van Michiel de Ruyter in actie voor de
vestingstad Nyborg (Collectie Marinemuseum).
DK M T AlT: N Y li O R (T j
Hr'MiCHiELluJv Rui te al
35