Josua was geleverd, werd bijna de helft door de bemanning van de Eendracht gestolen also sy claeghden groot ge- breck te hebben'?6 Ook op het punt van de medische zorg bleef veel te wensen over. De opperbarbier van de Josua, Jan Feickesz Stellingwerf, ging dikwijls aan land om zich te bezat ten latende de siecke en [de] gequetste soldaten en [de] matroosen int voorsz schip leggende onverbonden'. Van Was- senaer-Obdam heeft diverse malen opdracht moeten geven de dronken Stellingwerf te zoeken en barbiers van andere schepen moeten laten komen, omdat Stellingwerf in de boeien lag. Uiteindelijk wilden de zieken en ge wonden niet meer door hem worden verpleegd, na zijn uitspraak 'dat hij soude maecken datter wel een vet kerckhoff soude comen'?7 Stellingwerf beloofde beterschap en zou zeker aan land zijn gezet als men niet een goed woordje voor hem had gedaan. 'Eene heerlijke rouwstatie' Het lichaam van De With kwam op 22 september 1659 aan in Rot terdam38 en omstreeks dezelfde tijd zal het lichaam van Pieter Florisz in Hoorn zijn gearriveerd. In Hoorn had men een grootse begrafenis voor bereid die op 7 november 1659 zou plaatsvinden, een jaar na zijn over lijden. In een lange rouwstoet aange voerd door de schutterij en met verte genwoordigers van alle officiële in stanties werd de kist met het lichaam van Pieter Florisz plechtig naar het praalgraf in de Grote Kerk gedragen. Dit alles onder klokgelui dat in totaal vijfeneenhalf uur zou duren,39 wel licht niet toevallig bijna even lang als de duur van de Slag in de Sont. Door de Hoornse kroniekschrijvers Feijcke Rijp en Abbing werd de samenstelling van rouwstoet in detail beschreven.40 Immetje Jans Groot, de weduwe van Pieter Florisz, had 3000 gulden van de Staten-Generaal ontvangen om een praalgraf te laten maken voor haar overleden echtgenoot. Het praalgraf van ongeveer 1.80 m breed PaulusJollij, Grafmonument van Pieter Florisz in de Grote Kerk te Hoorn (1839). Litho grafie. Pieter Florisz is liggend afge beeld, omgeven door allerlei attributen die betrekking hebben op zijn loopbaan bij de admiraliteit. Achter hem in een ovaal bevindt zich een lofdicht en een afbeel ding van zijn vlaggenschip de Josua waarop hij in 1658 de dood vond. Het grafmo nument ging vrijwel geheel verloren tijdens de brand van de Grote Kerk in 1878. en 3.00 m hoog werd ontworpen door de Vlaamse beeldhouwer Van Campfoort. Het toont stilistisch en iconografisch grote overeenkomsten met de graftombe van Tromp in de Oude Kerk van Delft van de hand van Rombout Verhulst. Zo zijn beiden lig gend in volle wapenrusting uitgehou wen, omringd door allerlei stukken scheeps- en krijgstuig en attributen die verwijzen naar hun functie bij de admiraliteit. Aan de voorzijde van het praalgraf van Pieter Florisz bevindt zich een marmeren reliëf met een scène uit de Slag in de Sont. Boven de liggende Pieter Florisz bevindt zich in reliëf het vlaggenschip de Josua met op een ovaal van zwarte leisteen de dichtregels: Pieter Floris soon. Die als een held, den Brit, den Portugees, den Sweedt, Voor Britland, Portugal en in de Sondt bestreedt, Die Koppen-haven hielp ontsetten door zijn kiel; Rust hier, de Hemel in de Haven van zijn ziel. Geschoten en gestorven den 8 Novem ber 1658'. We kennen het praalgraf alleen nog uit affieeldingen en beschrijvingen. Het zou de allesverwoestende brand van de Grote Kerk in oktober 1878 vrijwel niet doorstaan. Alleen het marmeren reliëf met de affieelding van de Slag in de Sont bleef behou den. Het reliëf, en de belangrijkste voorwerpen die op zijn leven betrek king hebben, bevinden in de vaste collectie van het Westfries Museum. Buiten dat er een straat in het Venen- laankwartier naar hem is vernoemd, wordt hiermee in Hoorn de herinne ring aan de vice-admiraal van Mon- nickendam levend gehouden. 23 JOHN BROZIUS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 25