nieuwe oorlogsschip Pieter Florisz'
neus voorbij. In de twee volgende
zeeslagen, die in de maanden juni en
augustus 1653 zouden plaatsvinden,
moest hij zich weer 'behelpen' met de
Stad Monnickendam.
De Slag van Nieuwpoort op 12 en
13 juni 1653
Omstreeks 15 mei 1653 stak Tromp
weer in zee met een konvooivloot
vergezeld door ruim 200 koopvaar
dijschepen. De vloot bestond uit 98
in. De Engelsen schepen waren echter
beter bewapend en ook de wind stond
in hun voordeel. Al spoedig gingen er
zeven Nederlandse oorlogsschepen
verloren en het werd duidelijk dat de
Nederlandse vloot het onderspit zou
delven. Met moeite slaagde Tromp
erin met de vloot de veilige havens van
Goeree, Vlissingen en Texel te berei
ken. De Engelsen legden een blokkade
aan voor de Nederlandse kust, waar
door het voor koopvaardijschepen en
haringvissers volkomen onmogelijk
werd uit te varen.
Daags na de verloren Slag bij Nieuwpoort, op 21 juni 1653, kwamen de vijf vlagof
ficieren bijeen om de Staten-Generaal hun grieven kenbaar te maken over de slechte
staat van de oorlogsvloot. Het unieke document werd ondertekend door Maerten
Tromp, Johan Evertsen, Witte de With, Michiel de Ruyter en Pieter Florisz.
oorlogsschepen en zes branders en was
verdeeld in vijf eskaders. De voorhoe
de stond onder bevel van Tromp, de
twee smaldelen van het middelste es
kader onder Jan Evertsen en De With
en de twee smaldelen van het eskader
van de achterhoede onder De Ruyter
en Pieter Florisz. De koopvaarders
dienden tot aan de Shetland-eilanden
te worden geëscorteerd, waarna Tromp
de retourvloot uit Indië weer zou be
geleiden naar het vaderland. Eenmaal
bij Shetland aangekomen bleken de
verwachte koopvaarders al op eigen
kracht te zijn thuisgekomen en op
order van de Staten-Generaal werd
Tromp te verstaan gegeven de Engelse
vloot bij Duins te verrassen. De En
gelse vloot, bestaande uit bijna 100
schepen, had zich echter al richting de
Nederlandse kust begeven. Op 12 juni
werd Tromp ze gewaar ter hoogte van
Nieuwpoort en zette direct de aanval
De Slag bij Ter Heide van 8 tot 10
augustus 1653
Begin augustus 1653 kreeg Tromp
bevel de Engelse blokkade te breken.
Het was de eerste maal in de Eerste
Engelse Oorlog dat een Nederlandse
oorlogsvloot op een missie werd ge
stuurd en dat er geen sprake was van
het konvooieren van koopvaardij- of
haringschepen. Het eskader van
Tromp dat uit Zeeland was vertrok
ken, werd al direct onderschept door
de Engelsen, maar met een aantal
geslaagde manoeuvres wist hij zich
te voegen bij de hoofdmacht die ter
hoogte van Ter Heide [bij Scheve-
ningen] bijeen was gekomen. Tromp
verdeelde de vloot van circa 100 sche
pen in vijf eskaders. Hij comman
deerde de voorhoede en de andere
vier eskaders kwamen onder bevel
van Evertsen, De With, De Ruyter en
Pieter Florisz. De laatste voerde het
commando over de achterhoede met
het schip de Stad Monnickendam. Op
10 augustus vormden de Engelse en
Nederlandse schepen voor de kust een
linie van ongeveer 25 kilometer. Vanaf
de kant waren de vlootbewegingen
goed te volgen. In de duinen had zich
een grote mensenmenigte verzameld
om de zeeslag van nabij te volgen.
Pieter Florisz kwam recht tegenover
de Andrew te liggen van de Engelse
schout-bij-nacht Graves en beiden
raakten in gevecht. Pieter Florisz was
aan de winnende hand, maar liet de
entering van het schip voor wat het
was toen hij bemerkte dat Tromp in
moeilijkheden verkeerde. Hij schoot
zijn luitenant-admiraal te hulp, maar
kwam te laat. Tromp was dodelijk
getroffen door een musketkogel. Al
spoedig bleek dat de Engelse over
macht te groot was en in de namid
dag viel de Nederlandse vloot uiteen.
De schepen van De Ruyter en Evert-
sen waren zo zwaar beschadigd ge
raakt dat zij zich van het strijdtoneel
hadden laten wegslepen en tenminste
25 Nederlandse kapiteins waren op de
vlucht geslagen. Van de vlaggensche
pen waren alleen de schepen van De
With en Pieter Florisz nog intact.
Met het invallen van de duisternis
werden de gevechten afgebroken en
samen met de kapiteins van zijn eska
der dekte Pieter Florisz de aftocht van
de resterende Nederlandse schepen
naar Texel. Het was niet duidelijk wie
de zeeslag had gewonnen. Weliswaar
hadden de Engelsen twaalf schepen
vernietigd en duizend mensen gedood
of verwond en even zoveel krijgsge
vangenen gemaakt, maar de blokkade
hadden zij opgeheven. In Nederland
claimde men daarom ook de over
winning. In september 1653 konden
bijna 400 koopvaardijschepen, die als
gevolg van de blokkade voor anker
hadden gelegen in de Sont, door De
With, De Ruyter en Pieter Florisz
zonder problemen naar het vaderland
worden geëscorteerd.
18