nis te ontsnappen. De Nederlanders maakten van de nacht gebruik om hun schepen weer gevechtsklaar te maken, maar met het aanbreken van de ochtend was er geen Engels schip meer te zien. Blake had een goed heenkomen gezocht in de monding van de Thames. Hij had ingezien dat het geen zin had zijn vloot bloot te stellen aan de Nederlandse over macht. De sterke oostenwind belette Tromp de vijand na te jagen en hier mee was de slag ten einde gekomen. De Slag van Dungeness op 10 de cember 1652 was een overwinning voor de Nederlandse vloot. De dagen erna werden nog enkele onvoorzich tige Engelse koopvaarders veroverd en een Engels oorlogsschip dat was vastgelopen op het strand werd als oorlogsbuit meegevoerd. De Slag van Portland of de Drie daagse Zeeslag van 28 februari tot 1 maart 1653 Nadat het nieuws van de verloren zeeslag van Dungeness Engeland had bereikt, werd daar in allerijl een nieuwe vloot uitgerust om bij een volgende gelegenheid Tromp aan te vallen. Er werden ongeveer 70 schepen geëquipeerd, voorzien van de beste zeeofficieren en manschap pen die men ter beschikking had. De vloot kwam onder bevel van Blake. Op 28 februari 1653 werden de En gelse en Nederlandse vloot elkaar gewaar voor de kust van Portland. Tromp escorteerde een grote koop vaardijvloot naar het zuiden. Daar de wind gunstig stond, koos hij voor een directe aanval. Hij werd bijgestaan door Pieter Florisz, die op de Een dracht bevel voerde over het eskader van de achterhoede. Jan Evertsen en De Ruyter voerden het bevel over de schepen van de middelste eskaders beide bestaande uit 20 schepen. Pieter Florisz maakte als eerste contact met een der vlaggenschepen van de vijan delijke vloot, maar werd zodanig door de omliggende schepen beschoten dat zijn schip vrijwel direct onklaar werd gemaakt. Hij kon het vege lijf redden, maar zijn schip zou uiteinde lijk in zinkende toestand naar Texel moeten worden gesleept. Tijdens het verloop van de strijd, die uiteindelijk drie dagen in beslag zou nemen, bleek de Engelse overmacht te groot en Tromp werd gedwongen zich terug te trekken. Er waren 50 Nederlandse koopvaardijschepen en 12 oorlogs schepen in de strijd verloren gegaan. De verliezen konden nog veel groter zijn geweest, maar door behendige tactische manoeuvres langs de zand banken voor de Vlaamse kust wist Tromp met het grootste deel van zijn vloot een goed heenkomen te vinden. De Slag van Portland was uitgedraaid op een nederlaag. Zoals gebruikelijk na een verloren zeeslag dienden een aantal kapiteins, aan wier inzet werd getwijfeld, verantwoording af te leg gen voor hun gedrag.23 De vlagof ficieren Tromp, Jan Evertsen en De Ruyter werden door de Staten-Gene- raal beloond met een gouden ketting met een medaille ter waarde van 1500 gulden voor hun goed beleid en man nelijke couragie'. Pieter Florisz, als schout-bij-nacht, zou een geldbedrag ontvangen van 1200 gulden Wegens zijn loffelijk gedrag op den 28 Febr: den 1 en 2 Maart 1653'.24 Hij nam zijn beloning persoonlijk in ontvangst op de vergadering van de Staten van Hol land en West-Friesland in Den Haag, waar hem 'in zijne toekomende Expe dition ende Exploiten, toegewenscht is de zegen van God almachtig'.25 Een bequaemschip voor Pieter Florisz Na de Slag van Portland of de Drie daagse Zeeslag was er een dringend tekort ontstaan aan schepen voor de vlagofficieren. Voor vice-admiraal De With was al enige tijd geen schip beschikbaar, en na de verloren zeeslag moesten de Brederode van Tromp en de Eendracht van Pieter Florisz weer worden opgekalefaterd. Voor Pieter Florisz was het voor hem vertrouwde schip de Stad Monnickendam nog beschikbaar, maar dit schip was ge monteerd met slechts 30 stukken en had 'weinig force'. Zelfs Tromp, die Pieter Florisz aan zijn zijde wist in de voorste linie van de Slag van Port land, vond het schip een vlagofficier onwaardig en meende dat het 'wel bequaemer [mocht] sijn voor een com mandeur'.26 In Amsterdam werd in 1652 de laatste hand gelegd aan twee kapitale schepen van respectievelijk 140 en 146 voet geschikt voor meer dan 50 stukken. De schepen werden gebouwd in opdracht van de repu bliek Genua, maar in het licht van het nijpende tekort aan oorlogsschepen werden ze door de Staten-Generaal aangekocht. Men was van zins de beide schepen bij de admiraliteit van Amsterdam onder te brengen, maar het Amsterdamse college had weinig zin deze twee kostbare schepen te onderhouden. Ze werden te groot en te zwaar geoordeeld en zouden gezien de ondiepten voor de kust nauwelijks de rede kunnen verlaten. Bovendien zouden in Amsterdam in korte tijd al twee schepen van 140 voet van stapel lopen. Er meldde zich weldra een lieffiebber voor de Grooten Genees in de persoon van Pieter Florisz. Op 28 maart 1653 richtte hij een verzoek aan de Staten-Generaal om bevelhebber te worden op dit schip, dat inmiddels was omgedoopt tot 't Huys te Swieten. De Staten-Generaal gaven Amster dam toestemming het schip over te doen aan het Noorderkwartier, maar op het laatste moment werd de over dracht aangehouden. Men besefte in Amsterdam dat men met het nieuwe oorlogsschip een troef in handen had. Men bood het aan aan De With, toen nog vice-admiraal van De Maze, zo dat deze beroemde vlagofficier onder de admiraliteit van Amsterdam zou gaan dienen. Als argument voerde Amsterdam op dat onder elk van de drie Hollandse admiraliteitscolleges dan een vlagofficier zou ressorteren: De Maze had Tromp als luitenant admiraal, Amsterdam had De With als vice-admiraal en het Noorder kwartier had een schout-bij-nacht in de persoon van Pieter Florisz. Daar De With het geen bezwaar vond naar Amsterdam te verhuizen, ging het 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 19