de Noordzee en de Vlaamse kust en het konvooieren van de koopvaar dij- en haringvloot. Al spoedig bleek het aantal van 60 kapiteins niet te volstaan. Daarom werden er ook zogeheten extra-ordinariskapiteins benoemd, veelal ervaren schippers, die tijdelijk werden toegevoegd aan de vaste personele bezetting. Zo werd Pieter Florisz in het voorjaar van 1644 benoemd tot extra-ordinaris kapitein om in juli van hetzelfde jaar uit te varen naar de Sont onder lui tenant-admiraal Witte Cornelisz de With. Hij kreeg het commando over een Amsterdams directieschip met 24 stukken, hetgeen mogelijk de voor hem vertrouwde Gouden Leeuw is geweest. De vloot van De With, be staande uit circa 50 schepen, diende 900 koopvaardijschepen door de Sont te escorteren.18 De Denen die de Sont controleerden en daar de tol inden waren sedert 1643 in oorlog met Zweden. Al eeuwenlang voeren de Nederlanders tegen betaling door de Sont naar Dantzig en de Baltische staten, maar een al te sterk Deens overwicht over het gebied rond de Sont zou financieel zeer nadelig kun nen uitpakken. De expeditie van De With, in de zomer van 1644 bleek een groot succes. Hij kon zonder enige problemen zijn vloot de engte laten passeren. Door de Nederlandse overmacht zagen de Denen af van een confrontatie. Het volgende jaar voer de De With opnieuw een Nederlandse handelsvloot door de Sont zonder dat de Denen bij machte bleken iets te doen. Dientengevolge kon in augus tus 1645 een gunstig tolverdrag met hen worden afgesloten voor de tijd van 40 jaar. Pieter Florisz als 'ordinaris' kapitein van Monnickendam Kort nadat Pieter Florisz als 'extra- ordinaris' kapitein dienst had gedaan, kwam er een vacature voor een 'or- dinaris'-kapitein bij de admiraliteit van het Noorderkwartier. Jan Pietersz Teding van Berckhout, een oud-zwa ger van Pieter Florisz, was in 1644 overleden. Per brief beval Pieter Te- ding van Berckhout zijn schoonzoon Pieter Florisz aan bij het stadsbestuur en met het gewenste resultaat. Op 14 februari 1645 werd Pieter Florisz door het Noorderkwartier bij de Sta- ten-Generaal voorgedragen19 en hij kwam in vaste dienst. Hij werd aan gesteld als kapitein op het vrij nieuwe oorlogsfregat de Stad Monnickendam, dat in 1640 in Hoorn van stapel was gelopen. Het fregat was 120 voet lang [een Amsterdamse voet is 28.3 cm], was gemonteerd met 28 tot 32 stuk ken van verschillend kaliber en kon met ongeveer 140 personen worden bemand. Het Noorderkwartier bezat omstreeks deze tijd ook een ander oorlogsschip, het Wapen van Mon- nickendam, dat in 1645 was voltooid. Het schip was eveneens 120 voet lang en kon met 28 tot 38 stukken worden gemonteerd en met ongeveer 100 personen worden bemand. Hoewel kapiteins in dienst van de admiraliteit geen 'eigen' schip bezaten, blijkt dat beide schepen door de jaren heen vrijwel permanent door een kapitein uit Monnickendam werden gecom mandeerd. Het Monnickendammer stadsbestuur zag beide schepen ook als de hare. In een resolutie van 14 april 1647 vragen de burgemeesters zich af 'offmen van stadtswegen niet sullen vigileren om ons tweede schip van Cap.n pieter florisz in dienst te brengen'.20 Pieter Florisz bleef onge veer acht jaar lang aan de Stad Mon- nickendam verbonden, waardoor het ook meerdere keren als vlaggenschip in de Nederlandse vloot fungeerde. De Slag bij Dover op 29 mei 1652 In de jaren '40 van de zeventiende eeuw nam het aantal confrontaties op zee tussen de Nederlandse en de geallieerde Spaans-Duinkerker vloot geleidelijk af. Pieter Florisz kreeg in januari 1648 nog een kaperbrief, maar of hij deze daadwerkelijk nog 'te gelde' heeft kunnen maken is niet bekend. In 1646 was het kapersnest Duinkerken gevallen en al op 15 mei 1648 werd de Vrede van Munster ge tekend, waarmee de oorlog met Span je officieel ten einde was gekomen. De volgende jaren zou de Nederlandse heerschappij over de zee worden aan gevochten door Engeland. Met het bekrachtigen van de Akte van Navi gatie door het Engelse parlement, in 15 Plattegrond van Het Kanaal met de ligging van een aantal steden waar de belangrijkste zeeslagen van de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) hebben plaatsgevonden. Ter Heijde Londen Nieuwpoort Duinkerken Portland Plymouth

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2007 | | pagina 17