Het leven en bedrijf van Pieter Florisz
Pieter Florisz behoort tot de gouden
generatie vlagofficieren die in de ze
ventiende eeuw op zee furore maakte
tegen de Spanjaarden en de Engelsen.
Hij streed zij aan zij met Maerten
Harpertz Tromp, Witte Cornelisz
de With en Michiel de Ruyter. De
weg naar het officierskorps van de
admiraliteit was voor Pieter Florisz
niet met goud geplaveid. Hij was van
eenvoudige komaf en zijn geboor
testad Monnickendam speelde een
ondergeschikte rol in de admiraliteit
van West-Friesland en het Noorder
kwartier. Dankzij zijn leidinggevende
capaciteiten en manhafte' optreden
in de diverse zeeslagen van de Eerste
Engelse Oorlog (1652-1654) volgde in
1653 de eervolle benoeming tot vice-
admiraal. Op 8 november 1658 vond
Pieter Florisz de dood in de Slag in de
Sont tegen de Zweden. Als zijn illuste
re voorgangers, die in de strijd waren
omgekomen, kreeg hij een staatsbe
grafenis en werd een fraaie graftombe
in de Grote Kerk van Hoorn voor
hem opgericht. Een jaar na zijn over
lijden werd zijn gebalsemde lichaam
met veel ceremonieel begraven.
De familie Florisz
Pieter Florisz was een zoon van Floris
Florisz Houtcooper en Geertje Cor-
nelis uit Monnickendam.1
Het echtpaar moet tenminste vijf
zoons en twee dochters hebben ge-
had.2 Pieter Florisz was waarschijnlijk
een van de oudere kinderen van het
gezin, maar zijn exacte geboortejaar
is niet bekend. Schattingen lopen
uiteen van circa 1600 tot circa 1610.
De doopboeken van Monnickendam
geven geen uitsluitsel, want deze zijn
pas na 1643 bewaard. Pieter Florisz
klom op tot vice-admiraal, maar ook
zijn vier broers, Arent,3 Cornelis,4
Jan5 en Floris, waren ieder op hun
eigen wijze betrokken bij de scheep
vaart. Arent en Jan Florisz werden
koopvaardijschippers en Cornelis Flo-
risz was werkzaam als zeilmaker. De
waarschijnlijk jongste zoon van het
gezin, Floris Florisz, die de toenaam
Bloem zou gaan voeren, trad letterlijk
en figuurlijk in de voetsporen van zijn
oudere broer. Hij begon zijn loopbaan
als koopvaardijschipper op de Mid
dellandse Zee, maar als broer van
de 'wijtlustige Zee helt Pieter Florisz'
werd hij al spoedig door de admira-
liteit ontdekt. Zo was hij eerst stuur
man onder Pieter Florisz en werd hij
in 1659 naar Kopenhagen gezonden
om enige maanden het bevel over te
nemen op de Josua, het schip waarop
zijn broer de dood had gevonden.6
In april 1660 werd hij door het Noor
derkwartier voorgedragen als 'extra-
ordinaris' kapitein en in 1665 vinden
we hem als kapitein op een VOC-
schip dat door de admiraliteit was in
gehuurd. Tijdens de Tweede Engelse
Oorlog (1665-1667) werd hij ingezet
voor het konvooieren van de bevoor
radingsschepen die de oorlogsvloot
van De Ruyter ondersteunden. Voor
zover bekend was hij zelf nooit be
trokken bij enige zeeslagen. Hij over
leed in Monnickendam in 1688.
De schoonfamilie Teding
van Berckhout
Pieter Florisz trouwde driemaal. Zijn
eerste vrouw, Luijdewe [Lidwina]
Pieters, was een dochter van de
Monnickendammer hoofdofficier,
baljuw en dijkgraaf Pieter Teding van
Berckhout. De huwelijksvoltrekking
moet vóór september 1642 hebben
plaatsgevonden, want op 5 september
1642 liet het echtpaar een testament
opmaken. Pieter Florisz en Luijdewe
waren toen nog kinderloos en beiden
legateerden diverse kledingstukken
en kleinodiën aan hun respectie
velijke broers en zusters. Uit een
tweede testament, dat het echtpaar in
september 1646 liet opmaken, blijkt
dat zij een kind hadden en dat er een
tweede op komst was. Luijdewe was
echter 'sieckelijck nae den lichame
[en] int kinderbedde liggende'. Ze is
vermoedelijk in 1646 met haar kind
in de kraam gestorven. Ook het
eerste kind zou geen volwassenheid
11
Abraham Liedts, Portret van Pieter Flo
risz (ca. 1655). Olieverf op doek (West
fries Museum, Hoorn).
Al tijdens het leven van Pieter Florisz
waren er verschillende portretten van
hem in omloop. Het originele portret
van Abrahm Liedts bevindt zich thans in
het Westfries Museum en is een schen
king van J.C. Bloem een nazaat van een
broer van Pieter Florisz.