Terug naar de lagere school
De J.P. Coenschool
Toen de geëvacueerde Nieuwediepers
na de Tweede Wereldoorlog weer
in Den Helder terugkeerden was er
een schrijnend tekort aan woningen
en scholen. Door bombardementen
en afbraak was er veel verdwenen.
De dienst Bureau Openbare Werken
was na de oorlog gevestigd in het
monumentale pand Jacob van
Heemskerckstraat 1beter bekend
als het 'Oude Kledingmagazijn'. Het
bureau had de moeilijke taak om
plannen voor de wederopbouw van de
stad te ontwikkelen. Zoals de bouw van
een lagere school aan de Bankastraat, in
ambtelijke stukken 'School Bankastraat'
of 'Openbare lagere school No. 12'
genoemd. Door de hectische tijd
van de wederopbouw ging het met
deze school anders dan men gewoon
was. De school werd namelijk op 1
september 1948 opgericht, nog voor
er een eigen schoolgebouw was. Maar
zo kon de gemeente onderwijs laten
geven aan kinderen uit de Indische
buurt en omgeving. Hiervoor stelde het
college als hoofdmeester de heer L.M.F.
Ruder aan. Voor de lessen werd ruimte
vrijgemaakt in lokalen van de lagere
school no. 8 aan de Hertzogstraat (nu
buurthuis de Beuk) en in het gebouw
van de Vakschool voor meisjes, nu
bekend als de Vijfsprong, het nieuwe
onderkomen van Woningstichting.
Wederopbouwschool
Omdat Den Helder een van de zwaarst
getroffen oorlogsteden was plaatste
het Ministerie van Onderwijs in 1949
voor onze stad de bouw van 'School
Bankastraat' op haar urgentielijst.
Het ministerie omschreef het als een
openbare zesklassige school, waarvan
de totale bouwkosten per lokaal ten
hoogste f 12.000 gulden 5.455)
mochten bedragen. Het ministerie
verbond er wel de voorwaarde aan dat
de bouw geheel of gedeeltelijk in 1949
moest plaatsvinden. Om dit te kunnen
realiseren besloot de gemeente een al
bestaand bouwplan over te nemen. Een
school in aanbouw te Heiloo stond
daarvoor model en op 28 januari 1949
stelde het college het bouwplan voor
aan de gemeenteraad. Na goedkeuring
van de raad bleven er nog maar vijf
maanden over om de school te bouwen.
Want men wilde in september 1949,
bij aanvang van het nieuwe schooljaar,
de school geopend hebben. Op de
openbare aanbesteding reageerden
16 aannemers, waarvan 11 uit Den
Helder. De bouw werd op zeven april
1949 gegund aan het Helderse bedrijf
Kersbergen, gevestigd Reigerstraat
20, voor de prijs van 67.230 gulden
30.560). De aannemer kwam zijn
belofte na, in vijf maanden werd de
school opgeleverd.
De inrichting
Tijdens de opening op 9 september
1949 werd de school door een journalist
van de Helderse Courant bezocht;
in zijn artikel schreef hij: "Het is met
de bouw vrij voorspoedig gegaan.
Nauwelijks vier maanden geleden begon
de fa. Kersbergen aan de fundering en
deze week legden de schilders de laatste
hand aan de achtergevel. Het is een
ruim en fris gebouw geworden, met op
het dak rode Hollandse dakpannen.
Een semi-permanente school weliswaar,
maar men heeft de mogelijkheid
opengelaten tot het aanbrengen van
wijzigingen en verbeteringen. De
vloeren bijvoorbeeld zijn nu nog van
hout, maar in de toekomst kan een
vloerbedekking worden aangebracht; de
gangmuren werden van handvormsteen
opgetrokken, die zeker niet misstaan,
maar welke te zijner tijd betegeld
kunnen worden. De lokalen kregen
tussendeuren waardoor bijvoorbeeld
bij ziekte van een leerkracht door een
collega toezicht op twee klassen kan
worden uitgevoerd. Onder de ramen
bevinden zich de gasradiatoren, en
de toiletten hebben beukenhouten
zittingen en een gietijzeren stortbak met
De J.P. Coenschool, circa 1950.
132