De Sinterklaastafel van bakker Bos.
angst heeft bij mij niet langer dan tot
mijn zesde geduurd. Toen ik namelijk
als eerste de klas instormde betrapte
ik de schooljuffrouw erop, dat ze bezig
was spekulaasjes in de kastjes van de
schoolbanken te stoppen. Ze vroeg me
dringend er niets over te zeggen tegen
de andere kinderen en dat heb ik ook
beslist niet gedaan.
Maar aangezien ik toch al een twijfelaar
was, was ik van toen af aan wel genezen.
Eigenlijk jammer, als je op dat punt bent
aangekomen, want wat kon het toch
heerlijk angstig zijn, als je 's avonds met
zijn allen zat te zingen en plotseling
vlogen de pepernoten je om de oren.
Ik geloof trouwens dat mijn vader
er aardigheid in had om ze zo hard
mogelijk tegen je kop te gooien.
Hij had voor dat strooien een aardige
truc bedacht. Als wij zongen, dan
deed hij mee en speelde daarbij op zijn
guitaar. En achter die guitaar had hij de
zak met strooigoed staan. Ik wist dat
toen natuurlijk niet, maar later heeft hij
me dat verteld.
Ik ging later wel eens met hem mee,
als hij de Sinterklaas voor het Fanfare
corps moest grimeren. Dat gebeurde in
de oude school in de Jonkerstraat. Die
Sinterklaas reed door de hele stad naar
het Casino op de Kanaalweg, waar het
feest gehouden werd. Dat was altijd een
mooi gezicht, die Sinterklaas op zijn
paard met het muziekcorps erbij.
Voor ons jongens was Sinterklaas een
drukke tijd. We gingen avonden lang,
wat we toen noemden Sinterklaastafels
bekijken. Nou en die waren er wat!
Zoals ik al zei en zoals u wel weet,
barstte het vroeger van de winkels en
winkeltjes. En elke winkel, die wat
met snoep te maken had, had ook zijn
sinterklaastafel.
Al was het maar een plank met
wit papier, verlicht door een extra
petroleumlamp, een sinterklaastafel was
het.
En daar lagen ze dan de heerlijkheden.
De chocolade- en borstplaat harten. De
suikerbeesten, die zo zoet waren, dat ze
in je keel haakten. Ik vond de bruine
altijd de lekkerste. Verder de chocolade
kikkers en muizen en de wortels van
marsepein.
De marsepein van die wortels leek vaak
meer op stopverf dan op marsepein.
Maar als kind keek je niet zo nauw.
Die kikkers en muizen waren trouwens
ook niet helemaal van chocola, maar
gevuld met suikermassa, die ik trouwens
heerlijk vond. Trouwens zo'n kikker of
muis moest je niet te min over denken.
Als je die in je schoen kreeg was je er
dolblij mee en je liet hem aan iedereen
zien.
Toen ik later wat bij mijn eigen kinderen
in hun schoen deed viel het mij zo
hard tegen, dat ze het al opgevreten
hadden voor ik uit bed was. Dat deden
wij vroeger niet. O nee! Als je op de
werkelijke Sinterklaasavond wat meer
snoep kreeg, dan bewaarde je sommige
dingen wekenlang. Het beet je je strot
af, maar je kwam er niet aan....
Wat slenterden we avonden lang
heerlijk door de stad. Er was zoveel
te zien. Het was toen niet zoals nu,
dat je maar een winkel in kon gaan en
wat rondhangen. Welnee, zogauw je
binnenkwam kwam er een verkoopster
om te vragen wat je hebben moest. Als
je dus geen smoesje wist te bedenken,
vloog je er in een ommezien weer uit. Je
had ook zaken, die een speciaal iets in de
etalage hadden. Zo herinner ik me een
banketbakkerszaak op de Kanaalweg, die
ieder jaar een grote chocolade koets met
paarden ervoor in de etalage had staan
en in die koets zat Sinterklaas.
Dat heeft zo'n indruk op me gemaakt,
dat ik het na ruim 50 jaar nog niet
vergeten ben. En zo sjouwde je bij
avond de hele stad rond. Eén van de
aantrekkelijkste winkels was voor ons
jongens van Willigen op de Weststraat.
Dat was een zaak waar je voor die tijd
werkelijk alles kon kopen. En daar liepen
we ook wel eens in om te proberen rond
te kijken, omdat je daar stoommachines,
vliegtuigen, spoortreinen en
mecanodozen had. Maar meestal werd je
er binnen de kortst mogelijke tijd weer
uitgestuurd. Dan gingen we naar de
achterkant van de zaak kijken, wat ik ook
interessant vond, omdat van Willigen
een van de zaken was, die zijn electriese
stroom draaide.
De meeste grote inrichtingen deden dat
toen. Zover ik weet alle bioscopen. Wat
heb ik bijvoorbeeld vaak staan kijken bij
het deurtje van de Witte Bioskoop, want
daar zag je ook de gasmotor draaien, met
dat enorme grote vliegwiel.
En wat heb ik vaak met mijn gezicht
voor het hek van de gasfabriek
gestaan, waar ook twee van die mooie
130