bovenverdieping de kabeltelevisie en de lokale omroepstichting, weer later kwam er nog een klimmuur in de toren. In 2002 verkocht de gemeente de watertoren aan C. Koks. Deze ondernemer had het plan de toren op te knappen, weer in oude staat te brengen en wilde er gaan wonen. Met financiële medewerking van de gemeente werd hij door aannemer Anbo uit Alkmaar gerestaureerd tot een reconstructie van de originele toren. Met precisie werd de betonnen mantel verwijderd zodat de oorspronkelijke steentjes en smalle raampjes weer terugkwamen. De torenkop met waterreservoir werd verwijderd waarna een nieuwe 'oude' kop, compleet met alle detailering, met behulp van een kraan boven op de toren werd geplaatst. In de toren kwamen voorzieningen als extra verdiepingen en een lift. Op de bovenverdieping kwam de woonkamer, op de verdieping daaronder de keuken, badkamer en slaapkamers. De bewoner C. Koks heeft een bijzonder huis en Den Helder weer een prachtige watertoren. Waterwinning Naast een beschermende functie De sloop van het oude waterreservoir in de kop van de watertoren, 7959 hebben de duinen nog een andere belangrijke functie, die van waterwinning. De regen die eeuwenlang op de duinen neerviel had zich als een zoetwaterbei onder het duinterrein ontwikkeld. In het begin was de winning dan ook een eenvoudige zaak. Men groef in het duin een bassin. Door bepomping van het bassin vloeide het zich dicht onder het oppervlak bevindende water naar de lagere waterspiegel in het bassin. Dat was in feite de hele waterwinning. Het pompstation met zijn door stoom gedreven pompen onttrok het water uit het bassin en pompte het naar bezinkbakken waar het werd ontijzerd en nagefilterd. Het gereinigde water vloeide af naar een reinwaterverzamelput waarop de hogedruk-stoompomp was aangesloten die het water in de transportleiding en in het reservoir van de watertoren stuwde. Om te voorkomen dat aan de naaste omgeving het grondwater werd onttrokken ging men na de jaren 1900 op drie locaties in de duinen over tot het slaan van putten tot de diepte van een zoetwaterbel. In de putten steeg het water als gevolg van de druk van de ondergrondse voorraden tot boven NAP. Door de werking van pompinstallaties met een zuigleiding en een vacuümpomp kwam er een onafgebroken waterstroom uit de putten met een constante temperatuur van 10 a 11 graden Celsius. In 1905 was ruim 30 procent van de Nieuwedieper woningen hierop aangesloten. Door gebrek aan voldoende duinen voor duinwaterwinning voor het toenemend inwonertal kocht de gemeente in 1908 het gebied de Donkere Duinen van de particuliere eigenaar. Het oostelijke deel werd beplant (het huidige bos), het westelijke deel werd in gebruik genomen voor de waterwinning en werd bekend als de 'Zuidelijke puttenrij'. De twee andere puttenrijen lagen meer in de buurt van het pompstation aan de Duinweg; de 'Westelijke puttenrij' liep vanachter de Streepjesberg naar het pompstation en de 'Noordelijke puttenrij' liep vanaf het OS&O- terrein naar het pompstation. In het jaar 1921 was bijna het gehele bebouwde gedeelte van de gemeente op het waterleidingnet aangesloten. Wegens dreigende watertekorten ging de gemeente vanaf 1924 met het Provinciaal Waternet Noord-Holland een langdurige samenwerking aan en werd er vanaf Bergen een leiding naar Den Helder aangelegd. In die periode werden ook Julianadorp en de polder het Koegras aangesloten. In 1950 beslaat het duingebied waaruit de gemeente drinkwater onttrekt een oppervlak van 110 hectare. De opbrengst hiervan was ruim 400.000 m3 per jaar. Ter aanvulling werd bijna zo'n zelfde hoeveelheid water betrokken van het Provinciaal Waterleidingsbedrijf. En de verwachting was dat door de wederopbouw en uitbreiding van de Koninklijke Marine in de toekomst nog meer watercapaciteit nodig was. Een van de maatregelen die men toen nam was om bij de aanleg van Nieuw Den Helder de sportvelden langs de 108

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 30