was dan ook: "Om dit langwijlige,
dat een ondernemer bijna de lust
beneemt welvaart in zijn vaderland
te verspreiden, te doen eindigen".
Toch lukte het de ondernemer
een stuk grond te kopen, namelijk
het duingebied dat wij nu kennen
als het waterwingebied langs de
Duinweg. Verder pachtte hij ook de
daar tegenover gelegen Molensloot,
want dit was noodzakelijk om
tijdens een te veel aan duinwater
het in deze sloot te kunnen lozen.
Het bijzondere is dat deze sloot
tot in de jaren 1980 voor dat
doel gebruikt werd. Maar ook de
plannen van Geerligs haalden het
niet. Twee jaar na zijn aanvraag
is de onderneming nog niet van
de grond en tot zijn teleurstelling
begonnen zijn geldschieters ook
nog af te haken door de geruchten
die zich in Amsterdam verspreidden
over het doorgraven van een
kanaal van Amsterdam naar de
Noordzee. Geerligs schreef daarover:
"Een aantal der Amsterdamsehe
geldmannen bogen op de te
wachten doorgravingen zeggen
daardoor zijn de uitzigten voor
het Nieuwediep donker, en de
waterleiding in dat geval, een niet
renderende zaak, enige verklaren
niet mede te mogen werken tot de
luister dier gemeente, ten koste van
de grote koopstad, inmiddels zijn
er tot heden slechts 2/3 deel der
100 aandelen te plaatsen". Geerligs
had zijn onderneming geraamd op
honderduizend gulden 45.455).
Hij kreeg het niet voor elkaar om
dat bijeen te brengen, zodat op de
raadsvergadering van 17 juli 1854
zijn concessie voor de aanleg van een
waterleiding werd ingetrokken.
Nog eenmaal laat Geerligs van zich
horen; op 2 november 1854 doet
hij een voorstel aan de gemeente om
zijn rechten tot de aanleg van een
drinkwaterleiding over te dragen
op de naam van Mr. Charles Bosch
Reitz, meester in de rechten. Het
bericht stond op 20 november 1854
In het Weekblad van den Helder en
het Nieuwediep: "Naar aanleiding
De watertoren aan
de Vijfsprong in
1910, gezien vanaf
de richting Java-
straat.
van een daartoe gedaan verzoek,
werd besloten het daarstellen
eener Duinwaterleiding in deze
gemeente, op de vroeger vastgestelde
voorwaarden, te vergunnen aan
de heer Mr. C. Bosch Reitz, te
Amsterdam". Hij kreeg de vergunning
op dezelfde voorwaarden als Geerligs
twee jaar eerder. Het was voor het
eerst dat Den Helder kennis maakte
met Bosch Reitz, want hij kreeg het
voor elkaar dat zijn onderneming
water uit de kraan leverde.
Volgens een bericht in het 'Weekblad
van den Helder en Nieuwediep',
van 28 februari 1857, was het eerste
schip dat duinwater bunkerde een
Nederlands oorlogsschip: "Met
genoegen kunnen wij vermelden,
dat het Fregatschip Doggersbank,
het eerste schip dat van de onlangs
hier opgerichte Duinwaterleiding-
Maatschappij in juli j.1. (1856) water
heeft ingenomen, na eene reis van
119 dagen behouden te Soerabaija
is aangekomen, en dat er blijkens
schrijven van de gezagvoerder niets
op de kwaliteit van 't ingenomen
water valt aan te merken".
Nieuwediep was met de waterleiding
haar tijd ver vooruit, en veel
gemeentes waaronder Hilversum,
Middelburg, Wageningen,
Enschede, Sneek, Delft en Kampen
informeerden nieuwsgierig bij
het Helderse gemeentebestuur en
wilden alles over de aanleg weten.
Ondanks de nieuwe onderneming
bleef de gemeente nog lang
doorgaan met het verpachten van de
duinputten. Hoewel de verkoop uit
de putten alleen bestemd was voor
straatverkoop aan de Nieuwediepers
was Bosch Reitz niet ingenomen
met deze concurrentie.
Nieuwe Watertoren den Helder.
105