nu wilde hij zijn plan ten uitvoer brengen en had hij geldschieters nodig en medewerking van de gemeente. Groet wilde namelijk: "Voor particuliere rekening drie pompgebouwen aan de voet van de duinen bouwen en vanaf Huisduinen ondergronds gegoten ijzeren waterleidingen leggen en op geschikte plaatsen fonteinen aansluiten met kranen waar het water gekocht kan worden". Het bijzondere aan de plannen van Groet was dat het jaren later werkelijkheid is geworden. Maar Groet was zijn tijd vooruit. Hij kreeg zijn onderneming niet van de grond. En misschien was hij ook niet zo slim geweest door te schrijven dat zijn drinkwater beter van kwaliteit zou zijn dan het water dat van oudsher geput werd uit Huisduinen. Hij had in mei 1838 inmiddels wel toestemming van de minister en van Gedeputeerde Staten, maar verder kwam hij niet. Zijn regelmatig ziekbed, het ontbreken van een volgens burgemeester Jan in 't Velt goed plan en zijn onbekendheid omdat men in Nieuwediep niet meer van hem wist dan zijn adres: 'F. Groet te Haarlem', waren niet in zijn voordeel. In september 1838 schreef het plaatselijk bestuur dan ook aan de ondernemer dat fonteinen in sommige gedeelten van de gemeente niet te verwerpen zouden zijn, maar dat: "In het algemeen volstrekt geen behoefte aan drinkwater bestaat aangezien de ingezetenen bij gebruik van de zogenaamde waterkarren voorzien worden en sommige er een middel van bestaan vinden, kan ik niet inzien dat uw onderneming veel voordeel aan de ingezetenen in het algemeen zoude aanbrengen, te meer daar de maritieme werf ruimschoots van water voorzien is, het leger krijgt uit de putten, wordende het drinkwater hetwelk sommige koopvaardijschepen alhier innemen van Texel aangevoerd hetwelk nog enig voordeel aan het algemeen armenhuis aldaar moet opleveren". Maar Groet was vasthoudend zodat burgemeester Jan in 't Velt in het voorjaar van 1839 een gewichtige brie! ontving in naam van Koning Willem I waarin stond dat alle benodigde instanties hun goedkeuring hadden gegeven om drie bunders woeste duingronden nabij Huisduinen aan Groet af te staan. Hoewel niet van harte gaf nu ook het Helderse gemeentebestuur haar toestemming. Maar vervolgens gebeurde er niets, vermoedelijk ontbrak het de ondernemer aan geld. Geerligs In 1851 herhaalt de geschiedenis zich; alleen heet de aanvrager nu Hendrik Vleimeng Geerligs, net als Groet inwoner van Haarlem. Hij raamt zijn onderneming op een totaal van f70.000,- 31.818) en verder eist hij dat de schepen die water in willen nemen verplicht zijn dat bij zijn onderneming te kopen om zijn kosten te dekken. Maar ook Geerligs moet met het Helderse bestuur zeer veel geduld hebben. En toen hij zijn onderneming op een stuk duin van de Grafelijkheidsduinen wilde vestigen, in eigendom van P. Loopuijt, kreeg hij met de machtige jonkheer C. van Foreest (schoonzoon van P. Loopuijt) te maken die aan ondernemer Geerligs schreef: "In de eerste plaats bestaat er geen behoefte aan eene waterleiding, daar er op onkostbare wijze in aanvoer van water wordt gezorgd. In de tweede plaats is het recht van waterhalen aan de Kooi voor f 125,00 57) 's jaars verpacht, bij toenemende bloei van den Helder wordt dat regt meer waard, en men kan niet medewerken dat op eigengrond een concurrent zich vestigt die dat regt zou doen verminderen. Het besluit staat dus vast dat in uw verzoek niet kan worden getreden". De strijdlustige Geerligs gal het niet op en bestudeerde nauwkeurig de verkoopakten en kaarten van de Grafelijkheidsduinen en vond daarin zowaar een hiaat: "Dat de grond ten noordwesten van het kerkhof voorkomende aan de weg openleggende, waar van de breedte 100 ellen bedraagt, niet onder de verkoop kan zijn begrepen, en moet worden beschouwd te zijn of te behoren tot de gemeente Helder". Maar net als Groet, loopt ook de ondernemer Geerligs stuk op het Helderse gemeentebestuur. Brieven van hem aan de Helderse burgemeester Lette wijzen er op dat er geen voortgang was. Een van de opmerkingen van Geerligs Het pompstation aan de Duinweg. Op de achtergrond de Huisduinerpolder, rechtsboven fort Erfprins. Foto vóór 1907. 104

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 26