1856 - 2Qo6 Honderdvijftig jaar waterleidingnet in Den Helder ?'-'v 7 g 'fV ''f** y De aanvoer van drinkwater uit de duinputten naar de plaatselijke bevolking en de schepen vond van oudsher plaats door karren en schuiten. Plannen in 1798 en in 1814 om vanaf de duinwaterputten een waterleiding naar de haven aan te leggen gingen niet door. Wel werd onze stad in 1856 na Amsterdam de tweede gemeente in Nederland met een duinwaterleidingnet. Maar er was ook een primeur, de eerste watertoren van Nederland stond in Huisduinen. Duinwater Tot in de 19e eeuw werd het recht om drinkwater uit de duinputten te Vier waterputten aan de voet van de Grafelijkheids duinen in circa 1S20 (tekening RA Noord-Holland, BodeI Nijenhuis port 31 no. 747). verkopen door het gemeentebestuur verpacht aan de hoogste bieder. Meestal was dat voor een periode van zes jaar. Gedurende die jaren had de pachter een kleine zelfstandige onderneming met wat personeel en een aantal waterschuiten, karren en vaten. Het weeshuis had tot aan de Franse Tijd ook een aandeel bij de verkoop van water. Maar vermoedelijk konden zij door de groei van het havenstadje in de 19e eeuw deze werkzaamheden niet meer aan. Ter compensatie van het geldelijk verlies kregen zij gratis drinkwater, de plaatselijke bevolking betaalde 1 Vi cent per emmer. Van het garnizoen ontving de pachter een penny ofwel vijf/zestiende cent per man per dag, dat was berekend op gemiddeld per militair een V2 emmer water. Voor het garnizoen was er een vaste duinput, van daaruit werd het met paard en wagen vervoerd, naar fort Erfprins gebeurde dit met de waterschuit via de Molensloot. En omdat de duinputten op het grondgebied van hoeve Vrede en Vrijheid lagen had de boer recht op gratis water. Ook de Huisduiners betaalden niet voor het drinkwater, de put die zich in hun dorp bevond was niet bij de pacht inbegrepen. Nog een bepaling was dat, als er tijdens droogte onvoldoende water was, de pachter de plicht had het water van elders aan te voeren, meestal haalde hij dat uit putten of sloten bij de Kooi of uit Schoorldam. De eerste plannen Februari 1838 maakte het Helders gemeentebestuur voor het eerst kennis met de Haarlemmer F. Groet en zijn ambitieuze plan dat hij zijn uitvinding noemde. Namelijk om aan het Nieuwediep zogenaamde fonteinen (standpijpen) te plaatsen waaruit drinkwater stroomde voor de schepen die een verre reis gingen maken. Ja, zo schreef hij, hij "Had al eerder de Helderse fortificatiën, het garnizoen, de werf en de straten en buurten door middel van fonteinen van drinkwater willen voorzien", echter zijn gezondheid had hem in de steek gelaten. Maar 103

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 25