aantal schoenmakers en leerlingen, die onder leiding van meesterknecht Jan Roos aan de bestellingen werkten. Want naast de industriële vervaardiging van de schoenen die in opmars was, werd nog heel veel handmatig gemaakt. Naast de handel in schoenen, laarzen en leer ging Hoogenbosch zich ook toeleggen op de huidenzouterij te Rotterdam. Als bijzonderheid wordt vermeld dat aan Klaas Goudswaard die voor dit werk was aangesteld, toen hij daarvoor te oud was geworden, door baas Jan 'een pensioentje ten laste van de zaak' werd gegeven. Rond 1874 werd een belendend pand aan de Weststraat aangekocht, zodat de zaak kon worden uitgebreid. Niet alleen werd er veel leer opgeslagen, geleidelijk aan werd het bedrijf: 'grossier' van schoenen, laarzen, pantoffels enz. voor de kleinere schoenenzaakjes in en om de stad. Terwijl zijn oudste zoon Piet hem geleidelijk aan opvolgde, kocht Jan Hoogenbosch voor zijn zoon Dirk (in 1892) de schoen- en laarzenmakerij van de weduwe Visser aan de Zuidstraat. Voor zijn zoon Adriaan kocht hij (in 1894) een schoenwinkel in de Hagenstraat te Den Haag. Maatschappelijke betrokkenheid Geïnteresseerd als hij was in de sociale problemen van zijn tijd werd hij in 1863 benoemd in het R.K. Armenbestuur van zijn woonplaats. Na de stichting van 'Louisestichting', een R.K. weeshuis in de Jonkerstraat werd hij als bestuurslid van het armbestuur tevens regent van het weeshuis. Bij de gemeenteraadsverkiezing van 1881 werd Jan Hoogenbosch door de liberale kiesvereniging 'Helder' tot kandidaat gesteld en gekozen. In feite is hij tot kort voor zijn dood lid van de gemeenteraad geweest. Doordat hij een trouw bezoeker van de veilingen in gebouw Tivoli was, had hij een zodanige kennis van de handel in onroerend goed gekregen, dat hij werd opgenomen in het college van 'zetters'. Dit was een commissie van deskundigen voor de taxatie van vastgoed ten dienste van de belastingen. Het is opvallend, dat op de (liggende) grafsteen van Jan Hoogenbosch (G L 26) zijn bestuurlijke activiteiten expliciet vermeld worden. Des te opvallender omdat er met nadruk sprake is van Rooms Katholiek Armbestuur. De familie had blijkbaar geen idee dat er ruim twintig jaar later sprake zou zijn van een apart rooms-katholieke begraafplaats. Zodat vader Jan ietwat 'displaced' op de algemene begraafplaats zou komen te liggen. Hij ligt overigens niet alleen. Niet alleen zijn ouders en eerste echtgenote (F D 29), ook zijn zoon Albert (1861-1866 F D 28). Jan T. Bremer Literatuur: M.M.J. Hoogenbosch. Uit pinmakers gebo ren. Genealogie Ho(o)genbos(ch). Den Helder 1984. Het dubbel woonhuis van Jan en Dirk Hoogenbosch aan de Weststraat, hoek Koogerstraat (gebouwd 1884). 102

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 24