het schip als ijsbreker werd ingezet. Dat was in de winter van 1928-29, toen het zo hard vroor dat Arie op het Noordhollands Kanaal naast het varende schip mee kon lopen. Hij kon dan ook zo op het boegstuk stappen. Zijn verblijl in de boeg was echter maar kort; het lawaai van het brekende ijs in de holle ruimte was té hard. Vader Arie Bakker (1896-1988) was dus de kapitein op de "Nieuwediep", die verder bemand werd door nog vier personen. In de eerste plaats Henk de Haas, de conducteur, die de kaartverkoop verzorgde, maar ook koffie en kleine etenswaren, zoals chocolade en pepermunt, aan de passagiers verkocht. De koffiepot en de voorraden bewaarde hij in zijn hut rechtsvoor in het voorschip. Links in het voorschip was ook een hut, met slaapplaats, maar die was voor de kapitein. De machinist was Piet Pool, woonachtig aan het achtereind van de Binnenhaven, en de stoker Arie Kattou, die, om onduidelijke redenen, ook wel Arie Smit werd genoemd. En als laatste was er een dekknecht, en dat was soms de oudste broer van Arie Bakker, Jacob Willem (Jaap), of één van zijn neven, Cor Maarsen. De "Nieuwediep" werd voornamelijk gebruikt voor vervoer van passagiers, maar was ook ingericht voor het vervoer van vracht. De passagiers konden gebruik maken van een tweede klasse in een kajuit op het achterschip en een eerste klasse op het voorschip. De eerste klasse-passagiers konden ook nog via een trap aan stuurboordzijde van de opbouw naar het promenadedek achter de brug. Een hekwerk in het gangpad aan beide zijden van de opbouw moest tweede klasse passagiers er van weerhouden in het eerste klasse-gedeelte te komen. Eventuele vracht ging vlak naast de brug door dekopeningen naar beneden. Met behulp van loopplanken kon daar zelfs vee ondergebracht worden. Aan de zijkanten van het ruim waren daartoe ringen aangebracht. Onder de brug bevond zich links een kombuis en rechts een werkkast. Achter het vrachtruim stond de stoomketel en daarachter de stoommachine. De benodigde kolen konden door dekopeningen naast de opbouw vlak achter de vrachtluiken in twee zijbunkers gestort worden. Het schip vertrok 's morgens om 7:00 uur uit Den Helder en kwam om ongeveer 12:00 uur in Amsterdam aan, waar afgemeerd werd bij steiger 10 aan de De Ruijterkade achter het Centraal Station. Om 13:00 uur werd dan de terugreis weer aanvaard, die om 19:00 uur in Den Helder eindigde aan de steiger in de Binnenhaven. Onderweg werd op diverse plaatsen afgemeerd, zoals in Zaandam, in Alkmaar bij de steiger van Alkmaar Packet in het centrum, en in Schoorldam, vooral voor schoolreisjes. Voor het beladen van het schip was afzonderlijk personeel voorhanden, in Den Helder waren dat Jan Keppel en Kees Smits. Ander bootpersoneel waren onder andere Haaksma, die woonde in de Breewaterstraat, en Van der Ploeg. Zij waren respectievelijk conducteur en kapitein op de "Amsterdam", een andere passagiers-/vrachtboot die behoorlijk op de "Nieuwediep" leek, maar niet zo lang voor de ESONA gevaren heeft. Daarnaast was er Henk Markus die in Amsterdam op een vrachtlichter zat. Ook op een vrachtboot zaten de broers Ko en Jaap de Vries uit Den Helder. Ko, gehuwd met een Duitse vrouw, was de schipper en woonde achterin het schip, en Jaap, die voorin woonde en later in de Jonkerstraat, de knecht. Nog weer een andere vrachtboot had Joop Smallegange uit Alkmaar als schipper en losse krachten als knecht. Zoals gezegd, beschikte de ESONA dus ook over vrachtauto's. Vader Bakker heeft onder andere gereden op een T-Ford zonder deuren, waar er in ieder geval twee van waren, en later op een gesloten vrachtwagen waar op de zijkant "De Jutter" stond. Als er niet gevaren werd, zat conducteur Henk de Haas op een Chevrolet. En als vaste chauffeurs waren er onder andere Piet Boer, die op een donkerrode Ford reed, en Henk Bot. Als commissaris/agent van het bedrijf waren aangesteld Piet Steenbergen, wonende op de Binnenhaven, en Willem Cruijff (inderdaad, mijn grootvader), wonende op de Kerkgracht Kapitein Arie Bakker op de ESONA-steiger aan de Binnenhaven met de 'Nieuwediep' afgemeerd. De schoorsteen is in de ESONA-kieuren, gele pijp met zwarte bovenrand en daartussen een witte band met het Helderse gemeentewapen. De man naast Bakker is mogelijk W. Velthuijs, directeur van de ESONA. De jongen daarnaast is onbekend. 99

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 21