Verbod in 1941 herleving in 1945 van de padvinderij in Den Helder, deel 2 Mei 1945 In de ochtend van 5 mei 1945 kwam het nieuws van de Duitse capitulatie tot ons. Ik begaf mij zo gauw als ik kon naar het huis van de Pottinga's en met hen kon ik op de hoek van de De la Reystraat en de Hertzogstraat het komende vertrek van de Duitse militairen gelegerd in de Van Galen (Hertzog) straatschool en in huizen aan de Hertzogstraat, gadeslaan. Om aan vervoersruimte te komen werd ter plekke voor onze ogen, onder meer een militaire radiowagen door Duitse militairen op ruwe wijze ontdaan van de appa ratuur. Na een goed uur vertrokken alle Duitse militairen, gepakt en gezakt, met hun vrachtwagens. Aangezien de politie in geen velden of wegen was te bekennen, was voor omwonende burgers toen het uur van de plundering van de door de Duitsers bewoonde, nu verlaten maar nog geheel gemeubileerde huizen, aangebroken. Niet zo'n fraai gezicht. In Den Helder sierde op die dag van de Duitse capitulatie de nationale driekleur weer de openbare gebouwen, winkels, huizen en uiteraard op de voor velen vanuit de stad zichtbare plek bovenop de Watertoren. Wij vertoonden ons weer op straat in ons padvindersuniform of wat daar voor doorging. Omstanders riepen: "Kijk eens daar zijn de padvinders weer!". Vrijwel direct openden wij in de Keizerstraat in het "appartement" van de padvindervoortrekker Henk Been, gelegen boven de toenmalige kledingzaak hoek Gravendwarsstraat (nu een afgesloten straatje naast de huidige boekwinkel "De Drie Boekjes" (ex zaak Gerard Worm); voorheen liep die straat door tot de Parallelweg), een aannemingsbureau. Het liep storm. In weinige dagen konden wij een 200-tal namen van jeugdige Nieuwediepers kandidaat-padvinders noteren. En toen maar wachten op de Canadese militairen die zouden komen, maar die blijkbaar een uitvoerige ruststop in het feestvierende Amsterdam hadden ingelast. Wij zijn met een 10/12- tal padvinders twee middagen in marsorde uitgerukt naar de Basculebrug omdat het gerucht zich verspreid had dat zij via de Binnenhaven naar Den Helder zouden komen. Tevergeefs. Op de middag dat zij kwamen, het was inmiddels 8 mei 1945 geworden, waren wij er niet ter verwelkoming. Het was overigens maar een beperkt aantal dat met een drietal Engelse gepantserde vechtwagens voor het Raadhuis verscheen. De commandant captain George Eyles maakte zijn opwachting bij waarnemend burgemeester J. Wessel. De heer Wessel zou per 19 mei 1945 worden opgevolgd door de heer E.J.H. Volkmaars, inspecteur der invoerrechten en accijnzen aan de Buitenhaven. Op 1 juni 1945 aanvaardde burgemeester G. Ritmeester, terug uit gevangenschap in het Duitse concentratiekamp Buchenwald, zijn ambt weer. De heer Volkmaars zou onze eerste districtscommissaris Brood uitdelen Stokman Bossestraat mei 1945. Van links naar rechts: Arie Abbenes, Ton Pottinga, Kar! Walboom. van de padvinders worden, overigens ook mijn eerste baas bij de rijksbelastingen. Later werd hij zelfs hoofdcommissaris van de Nederlandse Padvinders Vereniging (NPV) in Nederland. Dit toen naast zijn functie van hoofd van de douanerecherche in Nederland. Wij padvinders werkten vervolgens een drietal weken als vrijwilligerhulpkok voor de semi- burgers van de Binnenlandse Strijdkrachten, de BS, afkomstig uit de Wieringermeer, die in de BLO-school aan de Hector Treubstraat tijdelijk waren gelegerd. Het was een goed ingerichte keuken met onder andere twee enorme kookketels. We hadden er tevens stapelbedden geplaatst want af en toe moesten we 's nachts de wacht houden als in die ketels erwtensoep of pap voor de volgende dag werd bereid. De leiding berustte bij een ervaren kok. Tweede man was Ep Regelink, die ik reeds kende als dirigent van de band van de voetbalvereniging HRC. 91

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 13