Wandelen in Den Helder (2)
46
Doet je meermalen naar je oude
buurt terugkeren.
En als je zo loopt te dwalen, dan
vraag je jezelf vaak af, hoe was dit of
dat ook weer?
Je bent een dagje ouder geworden
en alles van toen is niet even helder
meer.
Er is in die oude buurten veel
veranderd.
Grote happen zijn eruit genomen
en de winkels zijn eruit verdwenen.
Maar juist die winkels, die ook
aan de gezelligheid van zo'n
buurt meedroegen, die ben je niet
vergeten, omdat ze een belangrijke
rol in je leven gespeeld hebben.
Die kleine snoepwinkeltjes
gemaakt van de voorkamer van een
woonhuis, daar waren er veel van.
Allemaal met hun eigen sfeer en
hun eigen luchtjes, hoewel de
petroleumlucht vaak de overhand had.
Wat kon je in zo'n winkeltje niet
allemaal kopen?
Met je cent in je hand had je een
ruime keus.
Sausiesblokke, veterdrop,
pepermuntstokken, duimdrop en
gelukscaramels.
Spekken, taaitaaitjes en
stroopballen.
Teveel om op te noemen, teveel om
je allemaal te herinneren.
Deze winkeltjes, die 's avonds
laat nog open waren hadden
de verlichting van een gas- of
petroleumlamp, want elektra was
nog in het beginstadium.
Van al die winkeltjes zijn mij het
best bijgebleven, Strang in de
Koningsdwarsstraat, Trap in de
Hoogstraat en de Wed. Legroe in de
Vroonstraat.
Je had ook nog een paar van
dat soort winkeltjes in de
Oostslootstraat, maar die waren
niet van een voorkamer gemaakt en
waren dus meer echte winkels.
Er waren er natuurlijk tientallen
meer, denk maar aan het winkeltje
langs de kluft van de Kruisweg.
Maar ik heb het over die, die in
mijn leven de grootste rol hebben
gespeeld.
Hoewel nu ik het over de Kruisweg
heb, wat kon je daar ook fijn spelen!
Vooral in de winter, wanneer er
sneeuw lag.
We gingen met onze slee van
de kluft af, soms met vijf of zes
tegelijk en op de kluft maakten
we een glijbaan zo lang, dat je
van bovenaf de dijk helemaal de
Weststraat opgleed.
Vooral als je klompen aanhad, ging
dat glijden zo fijn.
Je maakte ook wel glijbanen in je
eigen straat, maar dan had je de
kans dat een buurvrouw er een hete
asla overheen gooide.
Asladen zijn er nu nog weinig
meer, maar sneeuw zie je ook niet
meer.
Zo zie je dat alles zich aanpast.
Op de fiets een
jeugdige Jan
Limburg bij de
kistdam op de
dijk. Deze dam
bestond uit planken
waartussen grond
was gestort, om te
voorkomen dat de
golven over de dijk
sloegen.