Levend verleden
68
Als je in 1941 geboren bent in Den
Helder en er altijd hebt gewoond,
zonder te verhuizen, dan krijg je
toch een band met de stad. Maar
wat moet je er over vertellen en
waar te beginnen? Bij het begin dan
maar? Mijn vroegste herinnering
gaat terug naar het einde van de
Tweede Wereldoorlog. We werden
bevrijd door de Canadezen en
daar kreeg ik chocolade van, met
mokkasmaak! We woonden toen in
de Vogelbuurt, in de Ooievaarstraat
en mijn ouders hadden onze
bevrijders gastvrijheid verleend.
Geboren in het geslacht 'Pompert',
mag ik toch wel aanspraak maken
op een Helderse naam...! Mijn
vader, Kees (overleden) was bekend
als burger bij de Marine: Marotradi
(transport) en het AMM, nu
Divmag (magazijndienst), maar
ook van de 'Chinees Nanking'.
Het pand staat aan het einde van
de Beatrixstraat; op de hoek had je
een groot pand van een bakkerij, nu
appartementen! "Werk je nog bij de
Chinees,...Kees?"
Dan had hij twee broers, Jan
(overleden) en Theo. Jan was
bekend als kachelsmid bij de firma
Wilms-Smit, nu nog bestaand in
de Krugerstraat. Het was toen de
tijd van de kolen, een ieder had
een kolenhok en een kolenkachel.
"Kom je nog eens naar m'n kachel
kijken, Jan?"
Theo heeft niet altijd in Den Helder
gewoond, maar is weer terug en
slijt nu zijn dagen in het tehuis
'Prinses Margriet', voorheen
de opleiding voor de Zeevaart.
Je verbaast je soms over de
tijdelijkheid der dingen...!
Kees en Jan zijn hun hele leven in
de stad blijven wonen tot op hoge
leeftijd! Van oom Theo wilde ik nog
zeggen dat hij een arm had verloren
tijdens een bombardement op de
'Werf. In die tijd was het niet zo
gemakkelijk om aan een kunstarm
te komen, maar zijn vrouw was zo
handig om er zelf een te maken.
Voorts groeide ik op met twee
zusters, het is inmiddels rond de
jaren '50. Denk de Edah en het
grote scholencomplex weg, dan
krijg je een enorme grasvlakte, het
vroegere hockeyveld van Hermes!
Dat liep richting spoor met een
sloot, waaruit we kikkerdril mee
naar huis namen. We volgden het
proces totdat er kikkertjes waren. Je
moet je voorstellen dat er toen nog
geen televisie was, een radio was
al een rijk bezit, zodat je nog eens
naar een hoorspel kon luisteren en
naar muziek.
Er stond toen ook zo'n groot
spoorhuis 'het huis van
Smallenganger'. Omdat er geen TV
was speelde je veel buiten. Namen
Het speelgebied
van Bart Pompert's
jeugd. Op de voor
grond de Rujgweg,
dan de Ooievaar
straat en haaks
daarop de geknikte
Sperwerstraat. Het
sportveld ('...óns
grasveldligt
rechtsboven,
omsloten door
een deel van de
Sperwerstraat, de
Meeuwenstraat en
de sloot langs het
spoor