Croep I in 1939. In het midden met de armen gekruist hopman Metzelaar. Links op de bank Cerrit Fiameling en Cor Labohm veiligheid weten te brengen. Hopman Metzelaar nam het )uttersgroepvaandel (daarop werd de padvindersbelofte afgelegd) mee naar huis, Cor Labohm ontfermde zich onder meer over de bibliotheek en Joop Pottinga nam het beheer over de patrouillelogboeken op zich. De inval, die inderdaad is gekomen, leverde dan ook voor de bezetters bitter weinig op. Wel heb ik nog vernomen dat een klein aantal zaken in handen kwam van de NSB- jongerenorganisatie, de Nationale Jeugdstorm. Overigens hebben Joop Pottinga en ik daarover in mei 1945 nog een gesprek gehad met mejuffrouw Cor Oortgijzen, een voormalige padvindstersleidster die zich had aangesloten bij de Nationale Jeugdstorm. Dat gesprek vond plaats in het gebouw van het Gemeentelijk Lyceum aan de Hoofdgracht dat toen dienst deed als detentiegebouw voor NSB- vrouwen enz. (commandant in dat gebouw was toen Piet van de Weg, een ons bekende BS'er van de Wieringermeerverzetsgroep, later politieagent in Den Helder). De Nationale Jeugdstorm in Den Helder is gelukkig nooit groot van omvang geweest. Het troephuis op het Dijkje, waaraan ik en zoveel medepadvinders (er zijn ervan in 2006 nog maar weinig in leven; ik was in 1940 als n-jarige een van de jongste verkenners), zulke goede herinneringen hebben, ging uiteindelijk in 1944 ten onder aan de sloopwoede van de bezetters. Toch gingen de contacten tussen de nog weinige in Den Helder verblijvende padvinders niet geheel verloren. Zo is een aantal ervan betrokken geweest bij de oprichting van de hockeyclub "Hermes", waarvan Joop Pottinga een van de initiatiefnemers is geweest. Hun onderlinge contacten bleven dus in stand. De padvinderij bleef in Den Helder aldus in zekere zin latent aanwezig. Medio 1944 Begin 1944 kwam ik weer in contact met Joop Pottinga, een van de vooroorlogse leiders. Om toch niet geheel verstoken te zijn van een van de belangrijkste onderdelen van de padvinderij, het periodiek kamperen en alles wat daarbij hoort, had Joop bij de ANWB een mentorcursus kamperen gevolgd en had ook het certificaat mentor gehaald. Dat leidde ertoe dat hij medio 1944 een aantal jongelieden uitnodigde om samen een daginstructiekampje (overnachten mocht toen niet) te organiseren. En zo togen wij op een vrije dag, ik denk dat op een zondag was, met wat attributen en schaarse voeding naar de omgeving van de Streepjesberg, in padvinderskringen ook wel de "Majuba" genoemd (waar nu de voetbalvelden tegen de duinen aan, in Nieuw Den Helder zijn en waar toen het opgebroken rijwieltegelpad richting Donkere Duinen en strandpaal 3 lag). Het was een klein gezelschap: Joop Pottinga, Enny Bels (verloofde van Joop), Ton Pottinga, Johan Steenkist, de broers Aad en Hennie Rietveld, Lucy Weitering (haar vader was bedrijfsleider in Hotel Bellevue), Tiny Kreuger (haar 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 21