56
Bij toeval zijn voor een deel van
de gemeenten de aanvragen
om steun bewaard gebleven.
Op het internet vond ik op een
website, dat omstreeks 1927-1928
bloembollenkwekers afkomstig uit
Haarlem zich vestigden rondom
Julianadorp in de Koegraspolder.
Door de economische crisis van
de jaren dertig zou een aantal van
hen het bedrijf moeten stilleggen
en weer anderen kregen extra
bankkrediet om het hoofd boven
water te houden. Voor Den
Helder was slechts een handjevol
aanvragen aanwezig. Ik heb de
beschikbare aanvragen alfabetisch
gerangschikt en de voornaamste
gegevens overgenomen als het gaat
om de omvang en indeling van
het bedrijf. Hierdoor ontstaat een
beeld van welke kleine tuinders de
crisisjaren 'overleefd' hebben.
Wellicht dat onderstaande lijst
lezers stimuleert tot het doen van
verder onderzoek.
Jan van den Berg, Langevliet
5, postbestelling Julianadorp;
tuinbouwer, inkomsten in 1940
16,21. Zijn bedrijf bestond naast
het houden van twee koeien en
een paard uit 24 are groenteteelt
voor eigen gebruik, 17 are huis, erf,
overpad en sloten, 75 are grasland,
10 are slabonen van zaad, 20 are
narcissen, 40 are irissen en 50 are
tulpen.
Arend de Boer, Smidstraat 49,
bloemist; inkomsten in 1940
3,05 en op jaarbasis 80,00
met het venten van bloemen. Zijn
bedrijf bestond uit 25 are volle
grondteelt van diverse snijbloemen,
vaste planten en perkgoed, 25
are onverwarmd platglas voor
bloementeelt en 10 are aardappelen
en groenten.
Cornelis Bontes, Wachtstraat 23,
tuinbouwer; inkomsten in 1940
5,74. Zijn bedrijf bestond uit
70 are groente- en kruidenteelt
(waarvan 200 ramen of 3,5
are onverwarmd platglas voor
groenteteelt) en 0,5 hectare blijvend
grasland. Op dit bedrijf was sprake
van extensieve groenteteelt, waarbij
op sommige percelen sprake was
van drie soorten groenten, op
andere twee en soms een soort. In
1940 was in ieder geval sprake van
aardappelen, andijvie, bloemkool,
boerenkool, doppers, peulen, prei,
raapsteel, radijs, sla, spinazie, witlof
en wortelen.
Leendert Broekhuizen,
Landbouwstraat 14, postbestelling
Julianadorp, tuinbouwer;
inkomsten in 1941 5,38. Zijn
bedrijf van 2 hectare bestond
uit 4 are andijvie, 7 are vroege
bloemkool, 8 are spruiten, 4 are
boerenkool, 6 are slabonen, 4
are tuinbonen, 4 are wortelen,
4 are witlof, 2 are bieten, 2 are
plantentuin en verder nog late
aardappelen en voederbieten.
Hein J. Burger, Langestraat 118,
tuinbouwer; inkomsten in 1938
6,56. Zijn bedrijf was 1,57
hectare groot, waarvan een gedeelte
gehuurd was voor
300,00 op jaarbasis. In 1939 en
1940 had hij nog 2 are gladiolen,
in 1941 niet meer. Aan groenten
werden geteeld: late aardappelen,
stamsnijbonen met tussenteelt
van sla, vroege en late bloemkool,
groene kool, spruiten, voederbieten,
slabonen, groene kool, spinazie en
knolselderij.
Reindert Clowting, Florastraat 22,
tuinbouwer; inkomsten in 1940
4,12. Zijn bedrijf bestond uit 360
ramen of 600 m2 onverwarmd
platglas voor groenteteelt (radijs,
raapsteel, sla, wortelen, selderij en
postelein) en 39 are volle grond
groenteteelt (6 are slabonen en sla,
8 are spinazie en wortelen, n are
bloem- en boerenkool, 2 are prei, 8
are andijvie en kool en 4 are selderij
en kool).
Antonius Cornegoor, Wachtstraat
61, tuinbouweer; inkomsten
4,20. Zijn bedrijf bestond uit 87
are volle grond groenteteelt (late
aardappelen, zomerwortels, peulen,
bloemkool, sla, peterselie, selderij,
prei, groene kool, andijvie, kropsla
en spruiten).
Nicolaas van Keulen, Doggersvaart
5, tuinbouwer; inkomsten in 1940
6,12. Zijn bedrijf bestond uit 37
are irissen en 65 are gladiolen. Als
gevolg van vorst leverden 13 are
irissen niets op.
Arie Kuiken, Emmastraat 93,
tuinbouwer; inkomsten 2,71.
Zijn bedrijf bestond uit 100 ramen
onverwarmd platglas en 44 are
volle grond groenteteelt (spinazie,
sla, andijvie, bloemkool, sla- en
snijbonen, rabarber, doperwten,
wortelen, keukenbieten en peulen).
Pieter Wagemaker, Baggervaart
18, postbestelling Julianadorp,
tuinbouwer; inkomsten in 1940
10,62. Zijn bedrijf bestond
naast een kalf, drie melkkoeien
en 40 kippen uit 161 are
groente- en bloemzadenteelt
(waaronder 46 are veldslazaad,
30 are komkommerkruid, 35
are Oost-Indische Kers, 50 are
tuinbouwzaad, 20 are citroenbonen
en 15 are late aardappelen).
Jan de Wit, Nieuweweg 15,
tuinbouwer; inkomsten 1940
11,89. Zijn bedrijf bestond uit 14
are spruitkool, 40 are grasland, 20
are voederbieten, n are narcissen,
25 are irissen, 50 are gladiolen en
29 are tulpen met wortelen.
Ron van Maanen
Bronnen
- Directie van de Landbouw:
tuinbouw 1882-1957 nr.
250 (Nationaal Archief te 's-
Gravenhage)
- http://hetnet./~julianadorp/
bloemboll/bbk-koegras .htm