Kleine tuinders in Den Helder in rond 1940 55 In de jaren dertig van de twintigste eeuw verkeerde de wereld in een economische crisis. Dit had vanzelfsprekend grote gevolgen voor de Nederlandse land- en tuinbouw die voor een deel steunde op de export. Exportbelemmerende maatregelen door buitenlandse overheden, overproductie en achterblijvende afzet in eigen land dwongen de Nederlandse rijksoverheid tot ingrijpen. Het gevolg was een ingrijpende crisiswetgeving waarbij bedrijfstakken als de bloembollensector gesaneerd werden. Door het afgeven van teeltvergunningen werd de productie verkleind. Het gevolg was wel dat met name de kleine boeren en tuinders financieel dermate achteruitgingen, dat het water hen aan de lippen kwam te staan. Dit werd uiteindelijk door de regering erkend en vanaf eind jaren dertig konden kleine boeren en later ook de kleine tuinders (inclusief bloembollenkwekers) op geldelijke steun rekenen. Er werden bij de steunverlening drie categorieën onderscheiden. Afhankelijk van de bedrijfsinkomsten ware dit: minder dan 4,00, tussen de 4,00 en de 7,00 en tenslotte boven de 7,00. Bij het berekenen van de eventuele steun werden eerst de theoretische netto inkomsten van het bedrijf vastgesteld. Hierbij werd per product de in gebruik zijnde oppervlakte met een vooraf vastgestelde factor vermenigvuldigd. De omrekeningsfactor bestond uit een bedrag per are. Aldus kreeg je onder meer de volgende bedragen per are: aardappelen 2 cent, dahlia's 10 cent, gladiolen 6 cent, hyacinthen 12 cent, irissen 6 cent, krokussen 5 cent, nateelt groenten 2 cent, narcissen 12 cent, scilla's 6 cent en tulpen tenslotte 12 cent. De zo verkregen bedragen werden bij elkaar opgeteld en vormden de inkomsten. Vervolgens ging men uit van een basisinkomen (f 9,00), aangevuld met een bedrag per inwonend gezinslid, waarbij de eerste twee gezinsleden niet meetelden. Van het zo verkregen bedrag werden de bedrijfsinkomsten, eventuele neveninkomsten en inkomsten niet afkomstig uit arbeid (bijvoorbeeld rente) afgetrokken. Het positieve verschil werd als steun uitgekeerd. Als de genoemde inkomsten bij de kwekers inderdaad betrekking hebben op netto inkomsten per week, dan geeft dat een indicatie van hoe slecht deze mensen het gehad moeten hebben. De groentevei ling in de Van Speykstraat

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2006 | | pagina 17