Helder. Koninklijk Instituut v. d. Marine
Hr.Ms. Van Speyk op zijn ligplaats op de Rijkswerf
zwembad werd de grondslag
gelegd voor mijn "zwemcarrière"
als imitatie-duikboot. Van de meer
maritiem gerichte herinneringen
komt in de eerste plaats de
haven, met als rustpunt voor de
werfbrug het zwarte wachtschip
Koningin Emma, als een kloek
tussen het marinegrijs. De loop
langs het Koninklijk Instituut
naar het Marinehospitaal, vanwaar
we vader mochten ophalen.
Dan waren er de afmeervlotten,
die een onweerstaanbare
aantrekkingskracht op me
uitoefenden. Samen met Fieke
(Feenstra Kuiper) zat ik op zo'n
verboden ding toen er een touw
losschoot. Fieke trok zo hard ze
kon om weer bij de kade te komen.
Zelf weet ik er alleen nog maar van
dat het water met een noodgang
langs trok. Een brave "Jan" heeft
ons weer op de wal gehaald. Daarna
kreeg Fieke een enorme uitbrander,
omdat ze de oudste was.
Broek met gouden lat en pothoed
Het zal augustus 1930 geweest zijn
dat broer Kees en ik naar de kapper
moesten. Nu was dat iemand
waar ik niets van wilde weten. Ik
dat we in het "Bosje"achter de
Paleistuinen speelden. Door en ik
vlochten dan ijverig kransjes van
paardebloemen en madeliefjes
voor onszelf of voor het zusje van
Door. Het feest was compleet als
de Marinekapel in de muziektent
speelde. Van de passage over de
werf mochten we ook gebruik
maken om naar het zwembad
of de tennisbanen te gaan. Voor
de laatste kwamen we natuurlijk
nog niet in aanmerking - in het
of tante Luuk in het midden met
Margriet aan de hand en Door en
ik, de één voor en de ander achter.
Door en ik mochten niet voorbij
die barrière. Vooral mijn moeder
was handig met het pareren van
uitbraakpogingen, waar het Door en
mij meer en meer om snelheid ging
dan om een ruzie te beslechten.
Zwarte kloek tussen het grijs
Een lieflijker beeld is de
herinnering aan de middagen
Haven plein 16
Het K.I.M