Boekbespreking
3
Met de uitgave van het boek
"Opgegraven Verleden" van
Jan Carsjens en Piet Riteco
worden opnieuw veel geheimen
ontrafeld uit de periode van de
Tweede Wereldoorlog in Den
Helder. Verschafte recent nog
het artikel van Hans Nauta in dit
blad meer duidelijkheid over het
bombardement van 24 - 25 juni
1940, het uitgebreide onderzoek
in de oorlogsarchieven door
genoemde auteurs geeft een
compleet overzicht in boekvorm
van de gesneuvelde geallieerde
en Duitse militairen die op de
Algemene Begraafplaats te Den
Helder begraven zijn geweest. De
namenlijst van de omgekomen
militairen is uit de begraafregisters
van de gemeente Den Helder
opgenomen door Thomas
Zuijderland uit Oegstgeest.
Bijna anderhalfjaar hebben de
auteurs aan het boek gewerkt. De
namenlijst uit de oorlogsperiode
bleek op een aantal punten
onjuist. Om volledigheid te krijgen
moesten zij onderzoek doen in het
Helders gemeentearchief. In de
oorlogsarchieven hebben de auteurs
de logboeken van meldingen moeten
vergelijken met de begraafregisters.
Daarbij hebben zij een groot aantal
teksten van grafstenen op de
Nederlandse oorlogsbegraafplaatsen
zorgvuldig vergeleken met de
gegevens uit de Helderse registers.
Alle stoffelijke overschotten van de
geallieerde en Duitse militairen zijn
namelijk na de oorlog herbegraven
op de oorlogsbegraafplaatsen elders
in Nederland, of in het vaderland
van de omgekomen militair. In
Den Helder ligt geen gesneuvelde
buitenlandse militair meer begraven.
Tijdens het onderzoek naar de
doods-oorzaak en de gegevens van
de omgekomen
militairen werd
de lijst steeds
completer, maar
riep uiter-aard
ook weer vragen
op. Want op
de vraag wat
de omgekomen
militair naar
Noord-Holland had gebracht, een
scheepsongeluk, een vliegtuigcrash
of een gevechtsactie, moest een
antwoord komen. Het boek geeft
dat en meldt daarbij nauwkeurig
naam, rang en functie van de
gesneuvelden. De vele aparte foto's,
uit vooral het privé-archief van Piet
Riteco, maken het boek bijzonder.
De auteurs schrijven dat in
mei 1940 op last van de Duitse
bezetter een militair ereveld werd
ingericht op de Helderse Algemene
Begraafplaats. De eerste graven
lagen in het z.g. plantsoen van
Springer. In de loop van de oorlog
werd het ereveld verplaatst naar de
hoek Jan Verfailleweg - Duinweg,
direct naast de rooms-katholieke
begraafplaats. Op het militaire
ereveld, in de volksmond het "Duitse
kerkhof', werden zowel Duitse,
als geallieerde militairen en een
enkele keer een burgerslachtoffer
begraven. In de regel werden allen,
dus ook geallieerden, met militaire
eer begraven. Aan het einde
van de oorlog telde de militaire
begraafplaats te Den Helder vele
graven met houten en metalen
kruizen.
Het boek is duidelijk en
overzichtelijk geschreven. Zo
lezen we over de luchtaanval
die op 2 augustus 1941 werd
uitgevoerd: "Om 14.16 voerden
drie Blenheims van het 82e
squadron Bomber Command
Op 27 september 1944 voerden 68 Beaufighters aanvallen uit op
een konvooi van 23 schepen die bij Den Helder voor anker lagen
een aanval uit op een V.P. boot.
De toestellen behoorden bij een
formatie van 27 vliegtuigen die
eerder deze dag waren vertrokken
vanaf de basis Bodney, Norfolk.
Opdracht was het aanvallen van
waargenomen schepen bij Ameland
en Texel. Nadat een konvooi op
10 km ten zuidwesten van Den
Helder was gelokaliseerd werd de
aanval ingezet waarbij de schepen
hevige tegenstand boden. Het
patrouillevaartuig HS855, dat om
12.05 de haven van Den Helder
had verlaten, kreeg twee voltreffers
en vloog in brand. De bemanning
verliet het schip dat zinkende
was, maar slaagde er toch nog in
de Blenheim IV.V6026 te raken
met de scheepsflak. Een van de
Blenheims stortte in zee en de drie
bemanningsleden kwamen om
het leven. De 30-jarige William
Thomas Ellis, waarnemer, werd
begraven te Kiel. De 21-jarige
Angus D.W. Curr werd begraven te
Esbjerg, Denemarken. De 27-jarige
wing commander pilot Kenyon
Oswald Burt werd op 6 augustus
1941 begraven op de Helderse
begraafplaats, en na de oorlog
herbegraven op Bergen op zoom".
"Opgegraven Verleden", ISBN
90-806234-0-7, is voor 16,95
verkrijgbaar in de boekwinkel.
Rens Schendelaar