Is dat al 50 jaar geleden?
Het Julianapark met op de achtergrond het oude station, rechts de muziektent
Ja, zelfs al wat langer. Het was de
tijd dat je als jong kapelaantje na
je eerste twee praktijkjaren zonder
slag of stoot werd overgeplaatst
van Hoek van Holland naar Den
Helder. Naar de bijkerk wel te
verstaan, de OLVOO, Onze Lieve
Vrouw Onbevlekt Ontvangen. In
die tijd bestond er in de rooms-
katholieke kerk nog geen enkele
vorm van inspraak. Op maandag
kreeg je een briefje van de bis
schop en vrijdags moest je er zijn.
Dat was eenvoudig en efficiënt. Of
het leuk was, tja, dat kwam niet ter
sprake. Ik weet nog dat ik op don
derdagavond bij het afscheid door
een parochiaan tien kleine sigaar
tjes kreeg aangeboden.
Eind augustus 1954 kwam ik
voor het eerst van mijn leven in
Den Helder. Het was een warme
dag en van het oude station bij
de muziektent tegenover hotel
Bellevue was het nog een heel eind
lopen naar de Jan in het Veldstraat.
Een verhuizer had intussen
met de hulp van koster van der
Wal mijn bescheiden inboedel
naar de - eveneens bescheiden
- kapelaanskamer gebracht, wat bij
de hitte van die dag nog een heel
gesjouw betekende. Ik had een oude
piano op de kop getikt en het was
nog een hele toer om dat ding door
een raam boven de voordeur op zijn
plaats te krijgen. Maar het was mijn
eerste verhuizing en wist ik veel
hoe je zoiets moest organiseren.
In elk geval was de ontvangst heel
hartelijk. Pastoor Schrama was
mijn nieuwe baas en met hem heb
ik in de volgende vier jaar in de
pastorie gewoond. Al heel gauw
wist je je weg zo'n beetje te vinden.
Tegenover de kerk op de hoek van
de Nieuwstraat was aan de ene kant
de sigarenwinkel van Grooff en aan
de andere kant woonde mevrouw
Zwagerman, ja, inderdaad de oma
van Joost. Aan de andere kant van
de kerk stond een garage en daar
kon je je fiets kwijt. De OLVOO-
parochie besloeg de Bloemenbuurt,
de Vogelbuurt, de Pilo en alles
wat daar zo ongeveer omheen
lag. Elke zondag werd er van de
preekstoel een straat afgelezen waar
in de komende week huisbezoek
gedaan zou worden en dat heb ik
altijd het liefste gedaan. Vooral de
Pilo was mijn huisbezoekwijk en
daar heb ik nog steeds de mooiste
herinneringen aan. Werfianen
en marinemensen vormden een
groot deel van de Niewediepse
bevolking. Stokers machinisten)
hebben altijd een varende plaatsing
en moeder de vrouw moest in die
tijd vaak heel zelfstandig met het
bescheiden budget de zaak gaande
houden. De welvaart van die tijd is
voor 2iste eeuwers niet meer voor
te stellen en de huisjes van bijv. de
Brouwerstraat en de Vijzelstraat
waren dan ook zeer bescheiden
van omvang en inrichting. Het is
eigenlijk een wonder als je ziet wat
de bewoners er in deze dagen weer
van gemaakt hebben. Jammer, dat
die geweldige zomerfeesten in de
Pilo niet meer gevierd worden.
Natuurlijk maakte je er van
alles mee. Aan het doodlopende
einde van de L. van Berkstraat
woonde Japie Meijer, vaak door
de jeugd geplaagd als hij met zijn
handkar en hond onderweg was.
Waarschijnlijk deugde zijn kachel
niet, want in zijn huis was alles,
plafond, muren, bed en meubels,
met een egaal zwarte roetlaag
bedekt. Maar hij waardeerde je
bezoek wel. Nooit vergeet ik ook
het Marinierspleintje tussen de
Visstraat en de Vijzelstraat waar
in een vergelijkbare woning een
drietal oudere mannen woonde.
Erg veel gesprek met ze was er niet
27