Het gedenkteken van Gobius en zijn manschappen op de Algemene Begraafplaats te Huisduinen 't losbranden van 't kanon, het stuk uit elkaar sprong, waardoor de heer Gobius met zes man van zijne equipage gedood werd. De kanonnier die het stuk bediende bleef ongedeerd, terwijl manschappen op eenigen afstand staande, getroffen werden.' Waarschijnlijk achtte de Helderse schoolmeester Dirk Dekker het vermelden van het gedenkteken in zijn boek óók de moeite waard, omdat het ongeval diepe indruk op hem en zijn stadgenoten gemaakt had. Over de begrafenis schreef hij vervolgens: "'t Was een treffend gezicht toen al de slachtoffers van het noodlottige schot achter elkaar begraven werden, leder was innig bewogen met het lot der ongelukkigen, en zeeofficieren en burgers betreurden het verlies van den kommandant, die wegens bekwaamheid en gemeenzamen omgang met ieder, zeer geacht was. De omstandigheid dat de brave officier eene echtgenoot en nog zeer jeugdige kinderen naliet, wekte te meer de smart over dit treffend verlies.Over de smart bij de familie van de omgekomen manschappen wordt met geen woord gerept. George Frederik Gustaaf Gobius (1818-1859), geboren te Vlissingen als zoon van luitenant-admiraal Otto Willem Gobius (1758-1843), liet inderdaad vier kleine kinderen achter: Willem Cornelis (1848), Otto Willem (1856), George Frederik Gustaaf Gobius (1858) en het ten tijde van het ongeluk slechts drie weken oude meisje Jetske Maria. Alleen Willem Cornelis (1848- 1942), majoor bij de Infanterie, kreeg kinderen. Zijn jongere broer Otto Willem (1856-1896) was wel getrouwd, maar sneuvelde kinderloos als ie luitenant der 'Behalve de gewone grafzerken of palen, de een meer, de ander minder sierlijk, treffen wij hier geene in 't oog vallende monumenten aan.' Aldus Dirk Dekker in zijn nog altijd lezenswaardige boek over de geschiedenis van Huisduinen, Den Helder (1875). Blijkbaar vond hij de eeuwenoude grafzerken van koopvaardij kapi teins en commandeurs ter walvis vaart, soms voorzien van fraaie afbeeldingen van schepen, niet bijzonder. En de afbeelding van een pijporgel op de doodpaal van Dieuwer Pieters (1873) a' helemaal niet. Eigenlijk wilde hij slechts één monument op de oude begraaf plaats (F.e. 26/27) noemen: "Een bronzen gedenkteken, waarop wij aan de eene zijde lezen: „Aan de nagedachtenis van den luitenant ter zee ie klasse G.F.G. Gobius Ridder van de Eikenkroon, door het springen van een kanon 25 Juli 1859 noodlottig omgekomen met zes zijner manschappen, waarvan de namen zijn: R. de Kort, J.W. Funke, G. Kos, M. Hijmans, C. Rustenburg, G. van Gelderen." Aan den anderen kant lezen wij: "Door zijne vrienden en wapenbroeders opgericht 1860. Exercitie vaartuig Pro Patria." Het gedenk teken wordt door Dekker niet nader beschreven. Wel geeft hij een korte uiteenzetting over het ongeval: "Terwijl de Pro Patria onder de Hors van Texel bezig was met schijfschieten, stond de kommandant op eenigen afstand van 't stuk dat gelost werd om met een verrekijker het effect van het schot waar te nemen, toen bij Het gedenkteken voor Lt. Gobius en zijn manschappen 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2005 | | pagina 26