de Grafelijkheidsduinen. Na de
sluiting van deze voorziening
in 1975, in verband met de
verhoging en verbreding van
de Helderse zeewering tot
Deltaniveau, weken ze eerst
uit naar een tijdelijk ingerichte
geweer- en pistoolschietbaan op
het luchtdoelschietterrein "Falga"
om vervolgens, vanaf de opening
in november 1976, gebruik te gaan
maken van de schermenschietbaan
van de Koninklijke Marine.4
Noodzaak en genoegen
Vroeger werd schieten, anders
dan tegenwoordig het geval is,
gezien als een nuttige activiteit.
De i6e eeuwse "Chronike van
Vlaanderen" typeert schieten als
een verheven sport "byder selver
eerbare hantieringe vruecht ende
ghenouchte inden mensche
vermeerst ende verweet werden,
ende alle onghenouchten versteken
en verdreven".
In diezelfde tijd vroegen de Leidse
kloveniers5 hun stadsbestuur
subsidie "omme vrijnscappe ende
eendrachdicheyt onder den selven
schutten te macken".
Schieten in de i6e en i7e eeuw was
natuurlijk meer dan alleen maar
een bron van vreugde, vermaak en
vriendschap. De schutterij speelde
toen immers een zeer belangrijke
rol bij de defensie van stad en land.
Door het organiseren van
schietoefeningen- en wedstrijden
leerden de schutters als het
ware spelenderwijs omgaan
met boog of vuurwapen. In
de stad waren zij dan ook de
best gewapende en geoefende
'soldaten', in die hoedanigheid
niet alleen verantwoordelijk voor
Het logo van SSV "De Vrijheid"
de verdediging
naar buiten toe,
maar ook voor
het bewaren van
de stadsvrede
(orde, rust en
veiligheid in de
stad).
Veel oefenen
was dus van
groot belang.
Dat gebeurde
bijv. op de
"maen(t)schut",
een maandelijkse, onderlinge
schietwedstrijd die plaats vond
op het Doelenterrein. Af en toe
waren er ook wedstrijden tussen
verschillende schutterijen. In
Brabant werden "landjuwelen"
georganiseerd, kostbare,
meerdaagse wedstrijden. In
Holland was het jaarlijkse
"papegaaischieten" populair. Dat
evenement begon 's ochtends vroeg
met de zogeheten "morgenspraak",
waarop een nieuw bestuur gekozen
en de jaarrekening afgesloten werd.
Een soort moderne jaarvergadering
dus! Na afloop daarvan genoot men
van een uitgebreid schuttersmaal
met pijpers, tamboers, en
muzikanten en rederijkers die een
gelegenheidsstuk opvoerden.6
De schietsportverenigingen spelen
tegenwoordig geen enkele rol
meer in de verdediging van stad
of land. Daarom worden degenen
die voor hun plezier de schietsport
bedrijven door de buitenwacht
vaak, geheel ten onrechte, met een
scheef oog aangekeken.
Alleen het wedstrijdelement is
gebleven. Om uit te maken wie
in een bepaalde discipline de
beste schutter is, organiseert
"De Vrijheid" jaarlijks een
korpscompetitie. Daarnaast
zijn er wedstrijden met andere
schietsportverenigingen. In de
Noordkop met de naamgenoten
van "De Vrijheid" uit Wieringen en
Wieringermeer. Vroeger ging het
om de "Balgzandtrofee", nu is de
"Noordkop Trofee" de inzet.
Sinds 1896 is schieten een
Olympische sport! Veel mensen die
er afkerig van zijn vergeten dat. Het
is een individuele tak van sport, die
grote concentratie en zelfbeheersing
vergt:
"Zoals James Bond op het witte
doek het pistool weet te hanteren,
zou men haast denken dat het een
koud kunstje is om op een afstand
van een meter of twaalf een doelwit
te raken. "Vergeet het maar rustig",
zeggen de leden van "De Vrijheid".
Zelfs de beste schutter zit er nog
wel eens naast. Het is allesbehalve
een koud kunstje. Niet voor niets is
het heel stil in de schietruimte als
er geschoten wordt Zelfs aan de
lichamelijke conditie worden eisen
gesteld, zeker als men deelneemt
aan wedstrijden. "Een schutter die
in wedstrijden uitkomt heeft een
T9