Van schutterij tot schietvereniging (slot)
rfftefb
6d)fctéportücrcnfgfa$r
upgcric&t t5 juK 1965
t( $)m fpdkr
Startschot
In de vorige aflevering werd mel
ding gemaakt van de oprichting
in Den Helder van een afdeling
van de Nederlandse schietvereni
ging "De Vrijheid". Dit gebeurde
op 30 juni 1965,1 wat wil zeggen
dat "De Vrijheid", welke naam
na de fusie van de drie landelijke
schietverenigingen tot KNSA bleef
gehandhaafd, dit jaar haar 40-jarig
bestaan viert.
Het eerste, officiële schot werd
gelost op 6 juli van dat jaar door
W.F. Paauw, de toenmalige
commissaris van politie. Er waren
toen nog maar dertig leden,
maar er was al wel een wachtlijst.
Nieuwe schutters konden alleen
nog maar worden toegelaten bij
een uitbreiding van het aantal
schietavonden van een naar twee.
Nu mocht elke schutter op die ene
avond maar zesmaal een serie van
vijf schoten lossen. Dat kon liggend,
staand, of knielend, op een afstand
van twaalf meter. "De Vrijheid"
had nog geen clubwapens.Van
de afdeling-Bussum konden twee
Flobert-buksen worden geleend en
van een van de leden diens eigen
buks. Omdat het plan bestond ook
pistool te gaan schieten, schonk
een ander lid een wedstrijdpistool.2
"De Vrijheid" groeide al snel uit
het politiebureau dat slechts één
geweer- en één pistoolbaan rijk
was. Bovendien moest het gebruik
van de banen ook
nog worden gedeeld
met de reservepolitie
en de schutters van
de voormalige PTT.
Men moest dus
op zoek naar een
ruimere behuizing.
Die werd gevonden
in de gymnastiekzaal
van de Juliana van
Stolbergschool aan
de Molenstraat 1,
waar vier banen
waren. Maar de
ruimte was eigenlijk
niet geschikt, dus
keerden de schutters
al snel terug naar
het politiebureau.
Daar waren de
omstandigheden
nog altijd verre
van ideaal. Het
bleef passen en
meten. Dus werd
eind juli 1967 begonnen met
de verbouwing tot schietlokaal
van de bovenverdieping van een
meubelpakhuis aan de Westgracht
43, met een oppervlakte van ca.
200 m die voor het laatst was
gebruikt als repetitieruimte door de
band "Emiel and his Starfighters".
Er zouden vier geweer- en twee
pistoolbanen worden aangelegd,
wat uiteraard strenge eisen stelde
aan de veiligheid. Daarom werden
vloer en plafond bekleed met 3
ton plaatstaal. Dat leverde het
schietlokaal de faam op het veiligste
van heel Noord-Holland te zijn.
Onder leiding van de toenmalige
voorzitter Rein Steeman, voerden
de leden de verbouwing zelf uit.
Ze bleken uiterst vindingrijk:
zo werden, om de kosten te
drukken, de transporteurs van
de schietschijven gemaakt van
naaimachinehandvatten! De hele
metamorfose kostte 3000 gulden,
welk bedrag door de leden zelf werd
bijeengegaard.^
De officiële opening van het nieuwe
clubgebouw werd verricht door
F.T. van Voorst tot Voorst, vice-
voorzitter van de KNSA, met wie
oprichter J.I.C. van Deutekom in
zijn Bussumse tijd in contact was
gekomen en door wie hij vanaf het
begin met raad en daad terzijde was
gestaan.
De schutters konden nu dus
beschikken over een fraaie, eigen
accommodatie, waar ze naar
hartelust konden knallen. Dat kon
echter alleen met lichte wapens;
voor de zwaardere bleven ze
aangewezen op de schietbaan in
het politiebureau, maar konden ze
na enige tijd ook gebruik maken
van de militaire schietbanen in
99
cSwbgtFeurb;
Si/ £»ninflfjf Stfluit ea»t
13 6ttfibctl971.nt.62.
<?rïtnb btcr 3.g. be
{Wititëttr oart jDefcaéit,
bib. 27jflmuuri 1972 ,nr.
364.780/c.
ttangtélcfttt Bij:
$>c &»ninUijfe ftebtthmbéc
©potifebewiie $>tti#ttbcr.
18