Het leven van E. Loesberg, huisarts te Den Helder (1932-1947)
94
Egbert Loesberg werd op 28 Febru
ari 1897 geboren als zoon van een
Vlissingse buitenloods, later loods-
schipper. Zijn moeder was een
dochter van Egbert van Hoepen,
de schipper van de reddingboot.
Deze was in feite binnenloods,
een bekende Vlissingse figuur. De
naam Egbert stamt van die groot
vader. Het was een gezin waar
men er a priori van uitging dat de
jongens zeeman werden. Zo was
het een grote desillusie dat hij op
zijn negende jaar bijziende bleek te
zijn en dus een carrière als stuur
man niet meer mogelijk was. Hij
volgde eerst de HBS in Vlissingen,
maar in de tweede klas werd hem
verzocht te vertrekken, waarna hij
op de HBS in Middelburg tenslotte
zijn einddiploma behaalde.
Hij begon zijn medische studie
in Amsterdam nadat hij zich bij
de Koninklijke Marine verbonden
had en geholpen door zijn ouders,
die hiervoor naar Amsterdam
verhuisden. Zijn vader werd op
dat moment namelijk, 55 jaar
oud, gepensioneerd. Eind 1923
studeerde hij af en werd benoemd
tot officier van gezondheid. Hij
trouwde met Paulina Pieternella
Spruit, de jongste dochter van een
Vlissingse onderwijzer van een
opleidingsschool. Zij werden toen
voor 4 jaar naar Indië gestuurd.
In 1928 kwam het gezin, met
inmiddels drie dochters, terug in
Egbert Loesberg
(1897-1947).
Nederland, uiteraard in de winter
en Egbert Loesberg kreeg prompt
longontsteking, waarvan hij met
moeite genas. In 1931 kwam er
nog een zoon en in 1932 kon hij,
inmiddels officier van gezondheid
eerste klasse, het burgerleven
weer opzoeken. Dat was middenin
de economische crisis niet zo
gemakkelijk en zo besloot het
echtpaar tot vestiging als huisarts in
Den Helder, eerst Stationsstraat 7 en
later Westgracht 9.
Zijn toekomstige vrouw volgde na
haar eindexamen HBS B, dat ze
gelijk met hem deed, de opleiding
tot apothekersassistente bij een
Middelburgse apotheek om zo bij
een eventuele plattelandspraktijk
de apotheek voor haar rekening te
kunnen nemen.
Hij had speciaal belangstelling
voor schilderkunst en was zelf
een niet onverdienstelijk amateur
kunstschilder.
In 1938 werd hij gemeenteraadslid
voor "Gemeentebelangen"; dit
raadslidmaatschap moest hij
opgeven toen hij in 1939 weer
actief moest worden, nu als
reserveofficier, bij de Koninklijke
Marine. Hij was ook nog enige
tijd voorzitter van de Helderse
schoolvereniging 'Comeniusschool'.
Als huisarts was hij succesvol en
pakte hij ook de bacteriologie uit
zijn studententijd weer op; hij
was namelijk op de hoogte van
een methode om via de kweek van
bepaalde bacteriën een middel
tegen astma te maken en hij wierp
zich hier op in 1938 en 1939,
alhoewel de wetenschappelijke
wereld bedenkingen had. Ook toen
al was hij niet bang uitgevallen!