Van het bestuur Herinnering maakt plaats voor besef tot verinnerlijking Op het moment van schrijven is het begin mei. Jaarlijks terugke rende dagen voor herinnering en besef. Herinnering aan een tijd die ik zelf niet heb meegemaakt. Herinnering aan een tijd die niet meer mag terugkeren. Een tijd van onvrijheid, afschuw en diep leed. Een tijd nu meer dan zestig jaar geleden die door steeds minder van ons in herinnering is. De tijd schrijdt immers voort. En herinne ring moet dus overgaan in besef, want vergeten mag geen vergetel heid worden. Het is dus goed dat er mensen zoals onder andere Rens Schendelaar en Jan Bremer zijn, die de donkerste periode in de Helderse geschiedenis in ver halen, schriftelijk en mondeling, hebben vervat. Herinnering kan zo via overlevering dus besef worden. En besef moet voorkomen wat niet meer mag gebeuren, maar waar toch waakzaamheid voor geboden blijft. Besef dat uiteindelijk moet leiden tot verinnerlijking. Verin nerlijking waardoor geweld als van nature wordt uitgesloten als oplos sing van conflicten. Zover is het helaas nog niet. Daarom blijven verhalen en publicaties nodig. Het is dan goed te vernemen dat er zoveel belangstelling is voor het boek van Rens Schendelaar over de geschiedenis van Den Helder in de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels is van de tweede druk al weer meer dan de helft verkocht. Proficiat voor de schrijver. In het boek wordt ook in gegaan op één van de meest dramatische gebeurtenissen in de oorlogsjaren in Den Helder: het grote bombardement in de nacht van 24 op 25 juni 1940. De 38 slachtoffers werden naast elkaar begraven op de Algemene Begraafplaats in het gedeelte, ontworpen door landschapsarchitect Leonard Springer. De recente initiatieven om alsnog tot het al door Burgemeester Ritmeester toegezegde gedenkteken te komen, worden natuurlijk ondersteund. Hoewel de grafstenen met de namen en door hun ligging zelf, al stemmen tot gedenken, kan een specifiek teken nader bijdragen tot beschouwing, bezinning, besef en verinnerlijking. Een plaats om bij stil te staan of juist stil te zitten in de wetenschap dat Den Helder de zwaarst gebombardeerde stad in Nederland in de Tweede Wereldoorlog was. Het nieuwe, in het stadshart in te richten stadspark, zou een passende locatie kunnen zijn voor zo'n plaats van beschouwing in een stad waarvan het stadshart tientallen jaren letterlijk en figuurlijk zo doorwond is gebleken. Lang is overigens onduidelijkheid blijven bestaan over de ware toedracht van het grote bombardement. Het leert dat geschiedenis niet altijd als iets absoluuts is te beschouwen. Hoewel de toedracht van het bombardement nu opgelost lijkt, zal schrijven over geschiedenis altijd meerdere kanten en invalshoeken kunnen bevatten. Schrijven over geschiedenis blijft dus mensenwerk. Als voorzitter van onze vereniging heb ik na lang nadenken daarom toch moeite met de instelling van een z.g. geschillencommissie zoals door sommige leden gevraagd. Wel of niet plaatsing van artikelen in Levend Verleden is m.i. voorbehouden aan de redactie. Vanuit het bestuur en daarmee als afgevaardigde van de leden is over het algemeen de voorzitter bij de redactievergaderingen aanwezig. Qua inhoud laat hij echter de keuzes over aan de redactie. Ik zou ook niet goed weten welke andere "autoriteit" op basis van welke kennis en inzichten de redactie op haar keuzes kan beoordelen. Den Helder is gezegend met meerdere verenigingen die de geschiedenis van Den Helder tot hun domein rekenen. In z'n totaliteit zorgen we voor een gevuld pallet van de Helderse geschiedenis. De contacten met de collega clubs zijn zeer goed te noemen. De Helderse geschiedenis leeft in al haar facetten; positief: Prachtige watertoren! Maar ook kritisch: Waar blijft het dak op het oude Stadhuis? Door het bestaan van verschillende periodieken, maar ook door betrokken uitgevers bestaan er denk ik voldoende mogelijkheden tot verspreiding van onderzochte historische gebeurtenissen en kennismateriaal. Het bestuur zal in de ALV van dit najaar, te houden op dinsdag 22 november, dus niet komen met een voorstel tot instelling van een geschillencommissie. Vanzelfsprekend zullen we natuurlijk dan wel de discussie open voeren. Het vrij kunnen horen en wederhoren en het vrij kunnen spreken en luisteren zijn immers de belangrijkste kwaliteiten die het leven in vrijheid geeft. Een vrijheid die meer dan zestig jaar geleden zwaar bevochten is. Aan ons de opdracht om dat besef duurzaam te verinnerlijken. Piethr Blank voorzitter

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2005 | | pagina 4