slingering zoo zijn toegenomen, dat
het schip eindelijk is gekanteld? Dit
laatste is de meest waarschijnlijke
hypothese, maar zij is alleen
dan aanneembaar, wanneer de
stortzeeën door het stukslaan van
een of meer geschalmde openingen,
zich toegang tot het benedenschip
hebben weten te verschaffen.'
Maar was dat het enige? Wat kan
toch de 'naaste oorzaak van het
kantelen en zinken geweest zijn?'
'Uwe Commissie meent de meer
verwijderde oorzaken van de ramp
met vrij groote zekerheid te hebben
aangegeven, maar de naaste en
directe oorzaak van de ramp ligt in
het duister
En wat was de reden dat na het
vergaan niemand is gered? De
sloepen waren kennelijk niet
gebruikt. Een sloep zat nog op
het wrak, een andere sloep en
een vlet zijn - in stukken - op de
kust aangespoeld. 'Deze stukken
schijnen aan te wijzen, dat ook die
sloep en de vlet niet zijn gebruikt,
maar bij het zinken en aan de grond
raken zijn gebroken.'
Hoe was 't toch mogelijk dat
niemand zich - ondanks de
zwemgordels heeft kunnen redden?
Doordat de eb? Door de woelige
zee? Door de zwemgordels het
zwemmen bemoeilijkten?!
En tenslotte: hoe was 't toch
mogelijk dat niemand alarm sloeg?
Het zal niet verbazen dat deze
ramp aanleiding was een reguliere
kustwacht langs de Nederlandse
kust te organiseren. Maar voor de
bemanning van dit ongelukkige
schip was dit te laat.
Uiteraard heeft men ook
geprobeerd met behulp van duikers
het wrak te onderzoeken. Reeds
op 20 juli 1882 werd door een
duikersteam het wrak in tien vadem
water dwars voor Scheveningen,
een kleine mijl uit de kust
gelokaliseerd. De monitor lag met
de bodem boven, op bakboord
zijde, met de voorkant naar het
zuiden. Men heeft nog wel het een
en ander geborgen, maar pogingen
het schip te lichten zijn niet
gedaan. Men achtte dat destijds niet
mogelijk en (later) niet zinvol. Een
eeuw later - zie Algemeen Dagblad
van 5 mei 1984 - is er nog wel over
gesproken. De Haagse duikclub
'Sirene' had wel belangstelling.
Maar de marine is daar niet
voor: 'Wij vinden het vervelend
als sportduikers daar wat doen.
De marine heeft een eventueel
onderzoek liever in eigen beheer.'
(H. Wijn. Instituut voor Maritieme
Historie, Den Haag)
Het is ook de vraag of het duiken
naar het inmiddels onder het slib
geraakte wrak zo eenvoudig zal
zijn. Toch zijn er door leden van de
Haagse duikclub nog verschillende
dingen boven water gehaald. Onder
andere een buitenboordafsluiter
die nu op de Schorpioen in Den
Helder ligt. Het zou interessant
zijn indien men het geschut van
de 'Adder' omhoog zou kunnen
halen, al was het maar dat hetzelfde
geschut oorspronkelijk ook op de
Schorpioen heeft gestaan.
De voortstuwingsinstallatie van de
'Adder' is eveneens interessant,
al was het maar omdat deze
grotendeels overeenkomt met die
van de eveneens in Den Helder
aanwezige Bonaire (mededelingen
van Ir. B. Mooiman).
Met dank aan Mare van Alphen,
Loek Deugd, Ben Mooiman en Cees
Paarlberg.
Jan T. Bremer
Literatuur:
Verslag aan den Koning van het onder
zoek naar de vermoedelijke oorza
ken waaraan de zee-ramp Zr. Ms.
Rammonitor 'Adder' moet worden
toegeschreven, uitgebragt door de
Commissie benoemd bij 's Konings
Besluit van 21 Julij 1882 no 1, 's-Gra-
venhage, ter algemene landsdruk
kerij, 1882.
Nieuwe Rotterdamse Courant van zater
dag 8 juli/zondag 9 juli 1992.
Haagse Courant 23 oktober 1936.
Alle Hens, 32e jaargang no 7, juli/au
gustus 1979.
Reformatorisch Dagblad, 13 augustus
1982.
122