Landgenooten
HELDER, 5 Augustus 1882.
Bij de ramp, den Rammonitor „Adder" op 5 Juli 11. overkomen, waarbij
al de Schepelingen, ten getale van G4, het leven verloren, zijn 34 lijken in deze
zeehaven aangebracht.
Zes lijken zijn, op verzoek van nabestaanden, op andere plaatsen begraven,
28 zijn op eene plechtige en indrukwekkende wijze op de algemeene begraafplaats
alhier ter aarde besteld en liggen vereenigd in éen graf, met planken en zoden
gedekt, waarop een kruis, waaraan gehecht zijn tal van lijkkransen, door nabe
staanden, vrienden en corporatiën geschonken.
Gehoor gevende aan het verlangen van velen, dat op dit graf een blijvend
herkenningsteeken worde geplaatst, is eene Commissie benoemd, bestaande uit
ingezetenen en vertegenwoordigers van Zee- en Landmacht; ten einde pogingen
aantewendcn om op dit graf een voegzaam grafteeken te plaatsen, met vermelding
der namen van hen, die in dit graf hunne rustplaats hebben, en ook der namen
van allen, die bij de ramp in de Noordzee, welke deze gemeente bcspöelt, het
leven hebben verloren.
Landgenooten! zondert voor dit doel eene geringe gave afhet is een
ongehoorde ramp, die ons heeft getroffen. Laten wij de namen der ongelukkige
slachtoffers zoo lang mogelijk in herinnering doen blijven
leder, die iets tot dit doel wil bijdragen, wordt verzocht zulks toetezenden
aan een der ondergeteekenden, leden der Commissiej of meer bepaald aan den
Penningmeester, voor 15 September as., zullende in het Nieuws van den Dag van
de ingekomen gelden mededeeling worden gedaan.
Mr. K. J. C. STAKMAN BOSSE, Burgemeester, Voorzitter.
C. BOON, Gemeente-Secretaris.
J. G. COLIJN, Sergeant-Majoor der Infanterie.
S. VAN GIJN Pz., Lid van den Gemeenteraad.
A. HaRREBOMÉE, Kapt. der Artillerie.
A. N. L. KOOPS, Kapt. ter Zee, Vice-Voorzitter.
T. MOOY, Hoofd eener School, Secretaris.
J. C. DE RUIJI'ER DE WILDT, Inspecteur v/h. Loodswezen, PenninqmeeMcr.
K. A. STAKMAN BOSSE, Kapt.-Luit. ter Zee.
IJ. STRIKWERDA, Directeur der Visscherij-Maatschappij „Neptunus."
J. WEERS, Opperschippcr bij de K. N. Marine.
Me Commissie:
werd begraven in een
gemeenschappelijk graf op
de Algemene Begraafplaats te
Huisduinen waarop een jaar later
(5 juli 1883) een gedenksteen ter
nagedachtenis aan de bemanning
van Zr. Ms. 'Adder' is opgericht.
De commissie stond onder
voorzitterschap van de Helderse
burgemeester Mr. K.J.C. Stakman
Bosse. Uiteraard werden er
ook omgekomenen in hun
woonplaats begraven. Zo meldt
het Rotterdams Nieuwsblad van
19 juli 1882:
'Zaterdag is te Deventer met grote
plechtigheid en militaire eer ter
Heijningen hield een toespraak.
Overal in het land werden gaven
ingezameld ten behoeve van de
nagelaten betrekkingen van de
opvarenden van de 'Adder'. Er is
zelfs een Adderfonds in 't leven
geroepen.
onderzoek
Bij Koninklijk Besluit van 21 juli
1882 nummer 1 werd door de
aarde besteld het stoffelijk overschot
van de luitenant-ter-zee 2C klasse
Michiel Smits ridder der M.W.O.,
ie officier aan boord van de Adder.
Op het kerkhof waren zeer velen
tegenwoordig. De heer Kits van
Koning een commissie benoemd
onder voorzitterschap van vice-
admiraal R.L. de Haes 'tot nagaan
en opsporen der oorzaken waaraan
de Adderramp moest worden
toegeschreven'. Op 26 oktober van
datzelfde jaar was het verslag klaar.
Het bleef gissen: 'Is er allengs
water in het schip gedrongen door
de koekoeken of den torenrand?
De middelen waren aan boord
aanwezig, zoowel door stoom- als
handpompen, om dat water te
verwijderen. Of drong er water bij
zulke hoeveelheden in het schip dat
niettegenstaande die middelen het
vaartuig niet te behouden was en de
121