En toen braken de jaren aan van
steeds maar weer reizen en trekken,
als gezin maar ook als school.
Omdat de nachten steeds onrustig
waren, ging de Helderse bevolking
al snel in grote getale buiten de stad
slapen in dorpen in de omgeving.
Voor ons werd het Anna Paulowna.
Aan het eind van de middag heen
en 's morgens vroeg weer terug
met de trein. Mijn poëziealbum
herinnert nog aan die tijd. Toen
het voorjaar aanbrak en de koeien
de wei weer ingingen, werd Anna
Paulowna verruild voor de stal op
de boerderij van Arie Tesselaar.
Eén van de boerderijen aan de Jan
Verfailleweg. Dichter bij huis. Ach
en in de zomer was het
's avonds best gezellig. Net een
kampeerboerderij
Maar de zomer ging voorbij, de
herfst kwam, de koeien moesten
weer op stal en nog was de oorlog
niet afgelopen. Vanaf dat moment
bleven we thuis slapen, wat er ook
gebeurde. Op school zaten we nu
met twee klassen in één lokaal,
vanwege het geslonken inwonertal.
Bovendien werd van tijd tot tijd de
school door de Duitsers gevorderd
en dan moesten we op andere
locaties worden ondergebracht.
In die jaren hebben we heel wat
kerken van binnen gezien. Twee
middagen hier, twee ochtenden
daar. Zo zaten we o.a. in de
Lutherse kerk, de Rehobothkerk
en de Maranathakerk in de
Vijzelstraat. Het waren geen volle
weken, dus veel huiswerk mee. Je
moest toch worden klaargestoomd
voor het vervolgonderwijs. Ook
vonden we nog een tijdje onderdak
in de School met de bijbel in de
Koningstraat. Het was op een
middag dat we daar les hadden,
inmiddels in de 6e klas, dat er
gebombardeerd werd. Na verloop
van tijd ging meneer Kramer eens
polshoogte nemen en kwam terug
met de mededeling, dat de werf
gebombardeerd was, maar dat
niemand ongerust hoefde te zijn.
Geen vader of ander familielid was
iets overkomen Ik vraag me nog
steeds af of hij dat echt geweten
heeft, maar de les ging weer
gewoon door. Leuke dingen, daar
was geen tijd en geen gelegenheid
voor. Zo is het schoolreisje op de
lagere school dus mooi aan mijn
neus voorbij gegaan. De gespaarde
dubbeltjes kregen we terug en daar
was mijn moeder blij mee, want als
je een klein bedrijf hebt en de helft
van je klanten is vertrokken, dan is
ieder dubbeltje welkom.
Het enige leuke wat soms mogelijk
was, was een filmvoorstelling, als
we tenminste in ons eigen gebouw
waren. Onze school was nl. in
het bezit van een filmtoestel met
een aantal films. Daar kwamen
gedurende de oorlog natuurlijk
geen nieuwe bij, dus zagen we
steeds hetzelfde en zo is de
walvisvangst van onze roemruchte
walvisvaarders, die de beesten nog
met een harpoen moesten vangen,
me goed bijgebleven.
Uiteindelijk kwam toch een eind
aan de lagere school. Ik was een
van de leerlingen die naar de Mulo
gingen. Maar ook deze school
was uit zijn behuizing verdreven
en had domicilie gevonden in de
kleuterschool aan de Laan. Dat was
september 1943. De wandelingen
naar school verliepen niet altijd
ongestoord. Soms was er opeens
luchtalarm en moesten we bij
iemand naar binnen vluchten,
totdat het sein veilig gegeven werd
en dan snel verder naar school,
want je mocht geen misbruik
maken. Later kwam je dan wel
tot de ontdekking wat er gebeurd
was. Zoals die keer, toen de
Rialtobioscoop was getroffen. Al
snel bleek dat ook het verblijf aan
de Laan niet lang zou duren. Een
flink gedeelte van Den Helder,
waaronder de Ouwe Helder,
moest worden afgebroken en zo
verhuisden we in het voorjaar van
1944 naar geïmproviseerde lokalen
achter een café in de Koningstraat.
Steeds meer mensen werden
gedwongen Den Helder te verlaten,
waaronder mijn ouders. We
vestigden ons als zovele Helderse
bewoners in Anna Paulowna. De
school ging nog gewoon door. Dat
betekende weer iedere dag met
de trein op en neer. In die trein
zaten dan vaak de slopers, die bezig
waren onze stad af te breken. Niet
het aangenaamste gezelschap, maar
hoewel de stoomtrein nog stopte in
Breezand en Koegras, was het een
kort stukje, zodat je er niet lang last
van had. Wel kon het gebeuren dat
je met de zg. "Werftrein" terug zou
gaan en dat er die dag geen trein
meer reed. Dan zat er niets anders
op dan te gaan lopen.
Na de grote vakantie begonnen
we in september 1944 weer met
frisse moed. Nu was onze klas
gevestigd in een winkelpand. Dit
duurde enkele weken en toen was
het afgelopen. Neen, niet de oorlog.
Dat dachten we. Immers, de invasie
in Normandië was begonnen,
maar voor wij bevrijd waren stond
ons nog heel wat te wachten. Den
Helder moest nu geheel ontruimd
worden. De spoorwegen staakten.
Gebouwen konden niet meer
verwarmd worden. Kortom, niet
meer naar school. Pas enkele weken
na de bevrijding begonnen de
scholen weer te draaien. Eindelijk
kwamen we in ons eigen gebouw
in de Molenstraat Dat jaar hadden
we een heel korte zomervakantie
en gingen, hoewel we bijna geen
les hadden gehad, toch naar de
volgende klas. Die klas, het was
de 3e heb ik gedoubleerd. Eerst
niet leuk natuurlijk, maar achteraf
ben ik daar blij om. Ik kwam in
een klas met prettige leerlingen.
Langzaam maar zeker begon het
leven weer zijn normale loop te
nemen. Eindelijk een gewoon
schoolleven met ook leuke dingen.
Feestavonden, schoolreisjes en een
normaal lesprogramma. Ik heb daar
zeer van genoten. Dankzij die twee
laatste jaren kijk ik toch nog terug
op een goede schooltijd.
Ans Koorn