r
in
iet
in
oord-
^oed
:nde
g
lur
;n
op
ïg van
ït".
;eg ze
lant
en
gratis
in Den
:ht
A. van
oh.
ant P.
band
lder op
nomen
Leden van "De Heldersche Burgerwacht". Op de 2e rij van onder het bestuur. Van links naar rechts: J. Gerritsen, (?)De Bock, Joh. Bakker, S. de
Vries, J. Gomes, A. Comes, H. Keet, Kramer. Op de f rij van boven, derde van rechts: Jan Leen.
als Commandant, waarna de
burgemeester op 27 juni 1933
Bakker tot zijn opvolger benoemde.
De Commissie van Advies van de
burgerwacht bestond uit de Kpt.
der Mariniers W. Schuiling en de
Commissaris van Politie A.J. van
der Hoeven.
Op 27 maart 1939 werden de
statuten van "De Heldersche
Burgerwacht" gewijzigd, blijkbaar
als gevolg van een publicatie in
Staatsblad No.247 d.d. 12 juli 1938
inzake de "Bijzonder Vrijwillige
Landstorm" en de "Burgerwacht".
De leden van de vereniging
maakten voortaan deel uit van
een korps. Dat bestond enerzijds
uit personen, die waren geoefend
in het gebruik van wapens en die
bestemd waren voor het gewapende
gedeelte, i.e. de Mobiele- en de
Bewakingsafdeling, anderzijds uit
personen die daarin niet waren
geoefend en die bestemd waren
voor de onderdelen die diensten en
werkzaamheden verrichtten, i.e. de
Economische dienst, de Technische
dienst, de Verbindingsdienst en
de Geneeskundige afdeling. Ook
het doel werd verruimd. Voortaan
moest het wettig gezag ook worden
bijgestaan in de bestrijding van de
gevolgen van natuurrampen e.d.
De statuten bepaalden bovendien
dat de korpsleden, met name die
van het gewapende gedeelte, zoveel
mogelijk gekleed moesten gaan in
het uniform van de burgerwacht.
De statuten zijn ondertekend door
het voltallige bestuur, bestaande
uit J. Gomes (voorzitter), S. de
Vries (vice-voorzitter), A. Gomes
(secretaris-penningmeester)Joh.
Bakker (lid en Commandant),
P.W. Jagel (lid), H. Keet (lid) en J.
Kramer (lid).
Blijkbaar ging het goed met "De
Heldersche Burgerwacht". Immers,
in april 1939 sprak de Inspecteur
der Burgerwachten tegenover
Commandant Joh. Bakker
schriftelijk zijn waardering uit,
dat de onder [zijn] commando
geplaatste burgerwacht het peil
had bereikt, dat de Burgemeester
ter plaatse, als hoogsten chef der
burgerwacht, de aanleiding [had]
gegeven dat apparaat wederom te
bestemmen op te treden als reserve
der plaatselijke politie.'
In april en mei 1940 assisteerden
de Helderse burgerwachters de
politie bij de bewaking van de
doorlaatposten bij de Basculebrug
aan de Rijksweg (thans de
Burgemeester Visserbrug) en de
"rode" brug in de Huisduinerweg.
Daar ontvingen ze geen enkele
vergoeding voor. Dat zou de
gemeente, die daar voor op moest
draaien, alleen al voor de periode
van 10 april tot 10 mei, tegen fl.
0,50 per uur - wat beslist niet veel
was - 1.229, 5° hebben gekost.
Dat geld was er niet. Er was zelfs
geen geld voor een gratificatie.
Aan het posten door de burgerwacht
kwam een einde op 20 mei 1939
toen die taak werd overgenomen
door militairen.5
io3