(2) De last van veel geluk
door A.Th. van Deursen. Uitgeverij
Bert Bakker, Amsterdam.
373 bladz. ISBN 90.35126270
Prijs 35,-
Het vaderlandse geschiedenisboek
'De last van veel geluk' is
verschenen als deel 4 in een
nieuwe negendelige reeks 'De
geschiedenis van Nederland'. De
delen in deze nieuwe reeks over
de vaderlandse geschiedenis vanaf
de vroege middeleeuwen tot heden
worden door verschillende historici
geschreven. Allen zijn specialist
in een bepaalde periode van de
vaderlandse geschiedenis. Van
Deursen is dat in elk geval voor de
in deel 4 beschreven periode, de
bloeiperiode, meestal aangeduid
als 'Gouden Eeuw' (1555-1702).
En hij is niet alleen kenner, maar
vooral ook meesterverteller. Er is
niemand, denk ik, die zo helder en
duidelijk over deze glorietijd kan
vertellen als hij. Met instemming
citeer ik dan ook Kees Fens die
ooit in de Volkskrant simpel
schreef: 'Ik vind Van Deursen
groot'. Waarom deel 4 als eerste
verschijnt wordt niet vermeld.
Omdat dit de belangrijkste periode
in onze vaderlandse geschiedenis
was? In elk geval heeft dit tijdvak
in de leer- en handboeken op onze
scholen altijd de meeste ruimte
toebedeeld gekregen. Nog anders
gezegd; vooral in die tijd hebben
zich veel gebeurtenissen afgespeeld,
die lange tijd in het onderwijs
behoord hebben tot de vaste
overlevering, aan elke ontwikkelde
Nederlander bekend. Lange tijd,
maar nu niet meer. Al decennia
lang besteedt het onderwijs weinig
aandacht aan het vak geschiedenis,
in elk geval aan de vaderlandse
geschiedenis. 'Daardoor dreigt een
element verloren te gaan dat altijd
wezenlijke betekenis heeft gehad
voor de Nederlandse cultuur.' Aldus
Van Deursen in zijn voorwoord.
En hij vervolgt: 'Die overlevering
is dan ook in het hier volgende
verhaal opgenomen, en daarom
draagt het boek bewust een
traditioneel karakter.'
De titel van het boek is ontleend aan
een van de verzen van de dichter
Geerten Gossaert, pseudoniem
van de historicus Frederik Carel
Gerretson, een leermeester van Van
Deursen. In het gedicht Atlantis
spreekt deze 'van 's levens dubbel
juk: De last van veel ontberen, de
last van veel geluk'. Over de last van
veel ontberen schreef Van Deursen
in zijn boek 'Het kopergeld van
de Gouden Eeuw', later herdrukt
onder de titel: 'Mensen van klein
vermogen' (zie ZHB i5e jaargang
afl. 4, 1997)- Een boek over de
cultuur van de gewone man. 'De
last van veel geluk' gaat over de
'grote' geschiedenis in dezelfde
periode. Over de Oranjes, kooplui
en regenten, predikanten van
de vaderlandse kerk, schilders,
beeldhouwers, architecten en
musici. Over de slag bij Heiligerlee
(1568) waarmee de Tachtigjarige
oorlog (1568-1648) begint, de
Tiende Penning, de gehate
belasting van de Spaanse landvoogd
Alva, de Unie van Utrecht (de
'grondwet' van de Republiek,
1578). Over de VOC (1602) en
WIC (1621), de godsdiensttwisten
van remonstranten en
contraremonstranten, de Synode
van Dordrecht en de Statenbijbel en
de Hollandse Schilderschool.
En verderop in de tijd over het
eerste stadhouderloze tijdperk en
de grote jaren van raadpensionaris
Johan de Witt, het rampjaar (1672)
en zijn gevolgen, de neergaande
handel en het einde van de bloeitijd.
Willem van Oranje
Het begint al meteen goed: De
twee grote vraagstukken van de i6e
eeuw: de positie van het vorstelijk
gezag en van de bekritiseerde
86
Willem van Oranje, door A. Mor.
katholieke kerk. In ons land, aldus
Van Deursen, was de oplossing
eenvoudig. De vorst werd tenslotte
helemaal afgeschaft en de
katholieke kerk werd gedoogd, maar
meer ook niet.
In het tweede hoofdstuk bespreekt
Van Deursen het belang van Willem
van Oranje, misschien de grootste
Nederlander aller tijden. Misschien,
want veel mensen weten amper
wie hij was. Falend onderwijs? Of
is er toch meer aan de hand? In de
moderne geschiedschrijving was
de 'Vader des Vaderlands' toch ook
al jarenlang verworden tot zomaar
iemand-van-adel die meer door de
omstandigheden dan uit overtuiging
de leider van de Opstand tegen
Spanje was geworden. Welnu,
zo denkt Van Deursen er beslist
niet over. Willem van Oranje koos
bewust voor de strijd voor de vrijheid
van ons volk en heeft dat met de
dood moeten bekopen. Maar zijn
doel bereikte hij wel en hij vestigde
een nieuwe regeringsvorm die het
twee eeuwen zou uithouden, een
'staatshoofd' dat moet samenwerken
met de Staten Generaal. Over
democratie gesproken! Men kan
zeggen dat het gewone volk daarmee
nog geen inspraak had, maar de
'bovenlaag' en daar was elders