voor de Wagters ten opzigte van de
Zeestranden in Cas van Landingen
ofte iets diergelijks [...]."8 De "Ordre
van Seijnen", die natuurlijk ook
gold voor de Marine, vormde voor
de kapitein ter zee Van Kinsbergen
aanleiding om de overste Van
Burmania van de Militie in
overweging te geven de regenten
van Huisduinen een zeeman te
laten aanwijzen die op Kijkduin
bij die post meede de wagt zal
houden op dat er niet mis gesien en
geen valsch allarm gemaakt worde,
als meede zal er een geplaatst
worden op de batterije bij Caaphooft
op dat de Commandant van die post
geen Abuisen begaat."
Verder wilde hij de batterij bij
Kaaphoofd en de post Kijkduin
laten bemannen door de Militie die
daar gelegerd was, de batterijen in
Den Helder door de Militie aldaar
en het kanon bij het paalwerk
aan de dijk en Sluisdijk door
de Marine. Zolang er nog geen
artilleristen voorhanden waren
moest de burgerij van Huisduinen
en Den Helder een compagnie
van 50 jongemannen leveren
tot het bewerken van de differente
Batterijen In een brief aan
Gecommitteerde Raden meldde
baljuw en schout Pieter de Leeuw
vervolgens dat hij op verzoek van
Van Kinsbergen had gezorgd voor
een zeeman op Kijkduin die
de geordoneerde Zeijnen aan
Slants Scheepen in Texel leggende
uijtvoerde Hij vertrouwde
erop, dat Gecommitteerde Raden
deze man zouden betalen,
omdat hij feitelijk het werk van
de Marine deed.9 Zeeman en
jongelieden zullen wel deel hebben
uitgemaakt van een van de vier
schuttersvendels in die jaren.
Bewapening
Op 27 januari 1672 gaven
Gecommitteerde Raden de
regenten van Huisduinen en Den
Helder opdracht alle weerbare
mannen tussen de 18 en de 60
die te arm waren om zelf een
wapen aan te schaffen daar zo
spoedig mogelijk van te voorzien
tweederde met Musquets of
Vierroers en Bandeliers en een
derde met Piecken, doch alle met
behoorlick sijtgeweer [...]."ID De
rijken moesten hun wapenrusting
natuurlijk zelf betalen.
Op 2 mei 1747 schreven
Gecommitteerde Raden, dat ze
artilleriemeester Jan Scharwoud
opdracht hadden gegeven 100
sabels of houwers met portepees
(draagriemen), 100 snaphanen
met bandeliers, 200 pond fijn
<PJ J4)
's Lands Hok en de
oostelijke Batterij
(1760).
49