Suta boum put/bJimit1 ac ntea Jyni/i.ma pelU, ,/iO
VM'il es ad excubias pnomptus et arma ruit C
Voetvolk uit het begin
van de Tachtigjarige
Oorlog: tamboer.
beslisten Gecommitteerde Raden
dat de mennonisten, behalve
in geval van nood, niet op de
monstering hoefden te verschijnen,
maar voor die vrijstelling wel
drie gulden de man moesten
neertellen boven de ordinaire
Contributie waarop zijlieden reets
zijn getaxeert, ten waare zij mogten
inclineren om liever de voorsz:
monsteringe met graaff en mand
bij te woonen, in welke gevalle zij
van de betalinge der voorsz: Somme
zullen weesen bevrijdt.
Wachtlopen
Ook voor de schutterij van
Huisduinen en Den Helder
was wachtlopen de hoofdtaak.
Een "Ordre over het houden
van de wagte op den lande van
Huijsduijnen" van oktober 1696,
geeft een aardig beeld van de gang
van zaken in het wachthuis op het
Kijkduin.
De schutters kregen van hun
korporaal te horen wanneer het
hun toer was. Als een schutter niet
op het appèl verscheen, werd hem
een boete van 3 stuivers opgelegd.
Kwam hij dronken, of dronk hij
zich tijdens zijn wachtbeurt een
stuk in de kraag, dan kostte hem
dat 6 stuivers. Voor vloeken kreeg
hij een boete van 12 stuivers.
Voor afgeven op de regering,
uitschelden of beledigen van een
medeburger, of baldadig gedrag,
stond een boete van 6 stuivers.
Verliet de schutter even zijn post
zonder dat de wachtofficier dat wist,
dan kreeg hij dezelfde boete als
voor wegblijven. Een schutter die
slapend op zijn post werd betrapt,
of zijn korporaal niet behoorlijk
inlichtte als hij door iemand die zijn
ronde liep werd verrast, kreeg een
boete van 6 stuivers. Hoorde of zag
hij iemand aankomen, dan moest
hij 'holla' roepen, zijn korporaal
waarschuwen als er geen reactie
kwam, de binnendringer bevelen
om te blijven staan en die
sulks op de eerste, tweede en derde
reijse niet doende sal de schildwagt
sijn geweer op hem lossen, sonder
bekreun." Voor officieren en
sergeanten golden dubbele boetes.
Het wachtwoord werd elke avond,
twee uur voor aanvang van de
wacht, vastgesteld door Adriaan van
Coppenol. Als baljuw en schout was
hij kolonel van de hele schutterij en
tevens kapitein van een der vendels.
Als het wachtwoord was vastgesteld
werd het onder zegel bezorgd bij
de andere kapiteins. Die mochten
alleen hun wachtofficier inlichten.
Die mocht het, "op pene van
lijfstraf', alleen doorgeven aan zijn
opvolger.
Deze wachtorder was vastgesteld in
het raadhuis te Huisduinen door
de Krijgsraad, bestaande uit de
kapiteins Adriaan van Coppenol,
Pieter Knijff en Adriaan Harmensz.
Wentel, de luitenants Corjnelis]
Pietersz. Koot en Louris Cornjelisz.]
Timmers, de sergeanten Sieuwerd
Cornjelisz.] Admiraal, Willem
Jansz. Smit, Corn[eli]s Hendriksz.
Leeuw, Thijs Jansz. Hoogentreedt,
Corn[eli]s Geritsz. Timmerman,
Corn[eli]s Willemsz. Admiraal,
Willem Adriaansz. Leeuw,
Corn[eli]s Cornfelisz.] Strop en
Willem Corn[elisz.] Admiraal.
Het wachthuis werd opgebouwd
in tijden van oorlog, daarna weer
afgebroken en opgeslagen. Het
was dag en nacht bezet. Als de
wachters voor de kust een verdacht
schip signaleerden, moesten ze
overdag een korf omhoog hijsen
en 's nachts een vuur ontsteken,
aldus een instructie uit 1666 van
Gecommitteerde Raden.7
Op 14 maart 1781, de vierde Engelse
oorlog was pas uitgebroken,
lieten ze de regenten van beide
kustdorpen weten, dat er
behalve de reeds aanbevolen
Wagten langs de Zeestranden
om de Desseijnen van den vijand
te ontdekken als het sein- en
wachthuis klaar was door hen
ten kosten van den Lande zullen
worden ingehuurt twee bequame
Zeelieden, die bij Dage en Nagte de
Wagt zullen houden int geplaatste
Wagthuijs en die ij der zullen
genieten vijff gulden 's Weeks en
zig reguleren moeten na de Ordre
van Seijnen hier neven gaande
Op 23 maart ontvingen de
regenten ook een Instructie
48