Van schutterij tot schietvereniging (2)
In de vorige aflevering werd opge
merkt dat de schutters van Huis
duinen en Den Helder pas werden
gemonsterd in tijden van oorlog,
misschien voor het eerst in 1629,
tijdens het beleg van 's Hertogen
bosch door Frederik Hendrik (1625-
1647). Deze stad werd toen van
alle kanten ingesloten. De loop van
de riviertjes Dommel en Aa werd
verlegd om het legerkamp van de
stadhouder te versterken, wat de
Spanjaarden ervan weerhield de
stad via een rechtstreekse aanval
te ontzetten. Ook een afleidings
manoeuvre mislukte, hoewel de
Spaans-keizerlijke troepen wel
Amersfoort veroverden en Utrecht
bedreigden. De Staten-Generaal,
die zich in laatstgenoemde stad
hadden gevestigd en die Frede
rik Hendrik hadden bevolen zijn
belegering niet op te heffen, lieten
gebieden onder water zetten en
verscheidene vestingen versterken.
De huislieden en burgers in Hol
land en Utrecht kregen, op grond
van Artikel VIII van het verdrag van
de Unie van Utrecht opdracht zich
te wapenen. De vijandelijke troe
pen trokken zich terug toen hun
aanvoerlijnen bedreigd werden en
's Hertogenbosch capituleerde.'
De tweede Engelse oorlog (1665-
1667)
De huislieden van Huisduinen
en Den Helder werden opnieuw
gemonsterd in 1652. Het eerste,
tastbare bewijs daarvan dateert
uit 1665, t°en de tweede Engelse
oorlog uitbrak. De monsterrollen
uit dat jaar zijn namelijk bewaard
gebleven. Daaruit blijkt, dat elk dorp
kon beschikken over één compagnie
Voetvolk uit het begin
van de Tachtigjarige
Oorlog: kapitein.
(vendel) schutters.
Die van Den Helder
telde 217
koppen, sijnde thien
corporaalschappen
van 20 personen."
Het kader bestond
uit kapitein Pieter
Claessen Croon,
luitenant Corjnelis]
Claessen Pronck, de
sergeanten Corjnelis]
Segersz. Corff,
Couwenburg Joppen,
Jan Sijmonsz. Moij,
Simon Jansz. Moij
en de vaandrigs
Harck Harmensz.,
Dirck Pietersz.
Soetelief en Jacob Ysbrants. Jan
Laurensz. Verbeeck was de tamboer.
De compagnie van Huisduinen
bestond uit 160 koppen,
sijnde thien corporaalschappen
yder a 16 personen". Anthonis van
Voorthuijsen fungeerde als kapitein,
Jacob Jelisz. Platevoet als luitenant
en Wijbrant Pietersz. Verlegger
als vaandrig. De sergeanten waren
Arent Sijmonsz. Vader, P[iete]r
Arientsz. Verlegger en Claes Janss
Sloper. De tamboer heette Jan
Albertsz.2
Het Noorderkwartier bleef
gespaard voor een invasie, maar
de vijand slaagde er wel in enkele
koopvaarders in brand te steken en
Terschelling te plunderen. Toen
er geen Engelse aanvallen meer te
vrezen waren, konden de door de
Staten van Holland gemobiliseerde
compagnieën militie naar hun
garnizoen terugkeren. Zodra het
merendeel van de vloot binnen
was, zouden ook de langs de kust
uitgezette wachtposten worden
opgeheven en de kustbewaking,
o.a. bij Den Helder en Huisduinen,
uitsluitend worden opgedragen aan
de huislieden.3
De derde Engelse oorlog (1672-
1674)
In 1672 was het opnieuw raak. De
derde Engelse oorlog brak uit en op
27 januari gaven Gecommitteerde
Raden de regenten van Huisduinen
en Den Helder op opdracht
om de weerbare mannen boveni8
en onder 60 (die van Wapenen
niet souden mogen syn voorsien)
45