mentale geschillen waarmee een
deel van gereformeerd Nederland
zich tijdens de bezettingsjaren
onledig hield.
Als eerste kwam in mei '46 Ds
Hamming uit het Groningse
Oude Pekela naar Nieuwediep, al
snel gevolgd door Ds Hartkamp,
mijn vader, die in februari '47
Alphen aan den Rijn verruilde
voor Den Helder, maar vrouw en
kinderen daar voorlopig achterliet.
Ds Tollenaar woonde nog in de
pastorie naast de Bethelkerk; er
moest nog een woning voor hem
worden "vrijgemaakt", wat in het
zwaar gehavende Den Helder
van na de oorlog niet eenvoudig
was. Intussen stuurde mijn
vader ons bruine, vooroorlogse,
ansichtkaarten van de "Dokter
Wagemakers" want hij moest ook
waarnemen op Texel. Een jaartje
later arriveerde ook ons gezin (van 7
kinderen) met de firma Kiesewetter
op het adres Julianapark 14, thans
Spoorstraat.
Intussen groeide de bevolking
van Den Helder, mede door de
definitieve (wat heet?) aanwijzing
van Den Helder als marinebasis,
als kool en daarmee ook het
gereformeerde smaldeel. Bij het
Den Helder van toen met circa
30.000 inwoners betekende dat
een kerkelijke gemeente van
een 3000 "zielen", ongeveer het
landelijk percentage. De tijd was
rijp voor een derde predikant, maar
de kerkenraad hikte nogal aan
tegen een derde predikantssalaris;
uitkomst kwam van de landelijke
gereformeerde kerk, die in
de geestelijke verzorging
van de marinegezinnen een
bovenplaatselijk belang zag. Zo
kon in '49 Ds Swen uit Eibergen
worden aangetrokken, wiens salaris
voor de helft uit een landelijk potje
kwam en die dan ook de bijzondere
zorg kreeg voor marinegezinnen.
Daarmee was het drietal voor lange
tijd compleet. Samen zouden ze 66
jaar in Den Helder blijven.
Mannenbroeders
Ongetwijfeld alledrie
"Mannenbroeders", die Trouw
lazen, lid waren van de NCRV, op
de ARP stemden en ongetwijfeld de
Oranje-kalender van Pro Juventute
op het toilet hadden hangen
- verschillen waren er wel. Swen
Ds Swen wordt
toegesproken door
wethouder C.J. van
den Bosch (1974).
en Hartkamp waren opgeleid aan
de Vrije Universiteit in Amsterdam
en dat gaf iets gemeenschappelijks,
Hamming aan de (toen nog)
wat orthodoxere Hogeschool
in Kampen. Ik denk dat hij de
behoudendste was. Ik herinner me
een preek waarin hij fulmineerde
tegen de "New Look", een mode
die lange rokken voorschreef.
Dat vond hij in deze tijden van
schaarste maar niks: aan zulke
mondaine textielverspillende kledij
hoorden 'onze' meisjes en vrouwen
niet mee te doen. Of hij later op
dezelfde gronden propagandist
werd van minirok en bikini heb
ik niet meer kunnen vaststellen.
Als preker was hij geliefd onder
de Jutters: hij sprak meeslepend,
bracht zichzelf al prekend
in vervoering en zijn preken
eindigden vaak transpirerend en
fluisterend. Theatraal bezien vond
ik dat als kind prachtig. Mijn vader
- enthousiast deelnemer aan een
volleybalclubje van dominees,
pastoors en kapelaans - was een
fervent pleitbezorger van aansluiting
van de gereformeerden bij de, toen
omstreden, want veel te links en
vrijzinnig geachte, Wereldraad
40