Het
awtje
n
et
tot
1 die
als
erkoor
)U
rde
;el
it ook
liet
vVie
der
la van
een
herstel, ook nog eens in '68 met een
concert in gebruik gesteld. Beide
malen, jawel, door Feike Asma - "Us
Feike". Nog in 1965 had Ds Swen in
de kerkbode gefoeterd:
"zondag was het weer har en boos.
Nog maar nauwelijks hadden de
organisten de windmotor aangezet,
of een groot deel van de pijpen begon
te spreken. Het was een afschuwelijk
gejank gemengd met een dof gedreun,
dat herinnerde aan een auto, waarvan
men vergeten is het contactsleuteltje
om te draaien"
Met de naam "Duinkerk" was
iets curieus aan de hand: hij was
eigenlijk bedoeld als voorlopige
werktitel, maar een onder de
gereformeerden uitgeschreven
prijsvraag voor een passende
naam leverde niets op en zo bleef
het "Duinkerk". En zo kon het
gebeuren dat in de enige stadswijk
die in de volksmond een Bijbelse
naam had ("Jeruzalem" vanwege de
vele witbetonnen prefab-woningen
in de eerste periode) de enige
gereformeerde kerk stond met een
"wereldse" naam.
Predikantentrio
Met de opening van de Duinkerk
was niet alleen sprake van drie
gereformeerde kerken in Den
Helder, bij de opening speelden
ook drie gereformeerde predikanten
een rol: de dominees Hamming als
voorzitter van de bouwcommissie,
Hartkamp als voorzitter van de
centrale kerkenraad en Swen als
wijkpredikant.
Deze drie kwamen kort achtereen
vlak na de oorlog naar Den Helder,
waren bij hun komst alledrie
rond de veertig en zouden als
trio minstens twintig jaar in Den
Helder blijven en daarmee het
gezicht van gereformeerd Den
Helder voor een hele generatie
stempelen.
Er viel - ook in kerkelijk opzicht
- heel wat op te bouwen na
de oorlog. Gereformeerd Den
Helder was zijn beide predikanten
kwijtgeraakt. Ds Veenhuizen
wegens vertrek naar elders, Ds
Tollenaar door overgang naar de
gereformeerde kerken vrijgemaakt
- een product van theologische en
maar
e
ir
In
r
lijk
at
r iets
n en
erk
otbkerk
zanten-
Nieuw Den Helder
met Seringenplein
en Duinkerk.
tot stand, een kerkgebouw dat er
onmiskenbaar als een kerk uitzag,
met bovendien een heuse toren
compleet met uurwerk en luidklok.
De Duinkerk
Dat was een stedenbouwkundige
noviteit in Den Helder: afgezien
van een dakruiter hier en een
spitsje daar, kende de stad geen
kerktorens en werd de skyline
bepaald door water- en vuurtoren.
Deze architectonische uitspatting
konden de sobere gereformeerden
zich dan ook permitteren dankzij
een 50% subsidie van de overheid.
Er zal dus wel een kust- of
luchtwaarnemingslicht op de toren
hebben gestaan. De architect kwam,
naar goed gebruik in de jaren
vijftig, uit eigen kring in de persoon
van de heer J.J. van der Leek, die
weliswaar diverse scholen, maar nog
nimmer een kerk had ontworpen.
Het gebouw oogstte veel lof. Minder
zegen rustte er op het - met drie
klavieren en 21 registers - nogal forse
orgel. Het werd niet alleen in '58,
maar na veel ziekten, operaties en
39