Over drie kerkgebouwen en drie dominees 37 jan T. Bremer schreef onlangs in zijn rubriek "Achter de dijk" in de "Helderse Courant" over de ope ning van de "Duinkerk" aan de jan Verfailleweg in 1956 en inviteerde mij in die column als gastschrijver iets over de daarbij betrokken pre dikanten te schrijven. Het is wellicht aardig om beide aspecten - de gereformeerde kerk gebouwen en de predikanten uit die periode - wat nader uit te die pen in "Levend Verleden". Met de ingebruikneming van de "Duinkerk" aan de Jan Verfailleweg beschikte gereformeerd Den Hel der naast de, uit 1889 stammende, "Bethelkerk" aan het Julianapark en de vooroorlogse "Rehobothkerk" aan de Ooievaarsstraat - afgezien van de houten barak "Pniël" in Julianadorp - over een derde kerk gebouw. Dat was geen luxe. De Bethelkerk De toeloop in de jaren vijftig naar met name de Bethelkerk was zo groot geworden, dat daar zondagsmorgens twee diensten achterelkaar moesten worden gehouden: om 9 uur en om 10 uur 30. Kerkgangers hadden op die manier de zekerheid dat het bij de gereformeerden nooit langer dan vijf kwartier kon duren. Bij de kerkenraad kwamen regelmatig klachten binnen over de overvolle bezetting van de avonddiensten. Zo heeft iedere tijd zijn eigen problemen. Zeker als er begaafde publiekstrekkers als Ds Okke Jager of de populaire vlootpredikant Ds Gerard Rothuizen kwamen preken, was een aantal van 900 De Bethelkerk. HUJJnM 1\H De houten barak 'Pniël' in Julianadorp.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 11