De officier van politie woonde op de noordwesthoek van de werf. Op de foto, genomen
vanaf de Hoofdgracht in circa 1900, bevindt zich links de woning.
werd door zijn zeer te waarderen
persoonlijkheid, zijn gastvrijheid
en allure.
Na kolonel Wijt had daar nog
tot aan zijn ontijdige dood op 13
februari 1934 gewoond de kapitein
luitenant ter zee W.B.K. Blom.
Het huis is hierboven reeds ter
sprake geweest (zie "Het kruitschip
van Alkmaar"). Het eens zo fraaie
gebouw had, aan de achterzijde
grensde het aan de Achterstraat
onder langs het Marsdiep, heel
wat geleden van weer en wind
en het begon werkelijk allerlei
defecten te vertonen. Nochtans
was het zeer representatief. Het
gedeelte driehoog met aparte
opgang (op zichzelf al bijzonder
voor Nieuwediep) was verhuurd
aan een pianist, een verwoed maar
uitstekend Chopin-speler. En dat
was niet de enige eigenaardigheid:
de eetkamer, beter eetzaal, kon
gemakkelijk een twintig mensen
aan tafel plaatsen. De keuken was
enorm; een geweldige grote kelder,
waarin een, voor die tijd, moderne
centrale verwarmingsketel, had uit
de tijd van kolonel Wijt een door
een stalen hek afgezette zeer ruime
wijnkelder; nu leeg. Een diepe nis,
die wat had van een bakkersoven,
vond men daar, die het "Graf van
Tut-ank-amon"werd genoemd, en
een der bezienswaardigheden was
voor gasten, die ook geépateerd
(=overbluft) konden worden met
de radiodistributieleiding, die het
mogelijk maakte door het hele huis
luidsprekers aan te sluiten. Uit
een der bovenachterkamers had
men (behalve het genot van Cho-
pinwalsen) een bijzonder prachtig
uitzicht over het Marsdiep en Texel
en de Dijk langs tot de Haven. Wat
damesgasten niet altijd apprecieer
den was, dat bij zeer hoog water
een vrij groot aantal veldmuizen
het huis binnendrong; zij klom
men als men zich wat stil hield
zeer vrijmoedig overal overheen,
zetten zelfs de pendule stil door er
in te kruipen en schrokken gewel
dig wanneer zij op de warme haard
terecht kwamen. Wonderlijk was
het wanneer zij spoorloos verdwe
nen, wanneer het water zakte en
nestelen deden zij in huis nooit.
Aan het huis was een, overigens
weinig verbreide, wat lugubere
legende verbonden. Het heette
dat, toen de kolonel Wijt uitgedra
gen zou worden, wegens de grote
afmetingen het deurgat nauwelijks
groot genoeg was en de dragers
een diepe deuk maakten in een
stijl. En die werd door "hen die
het weten konden" dan ook aan
gewezen. Het verhaal was natuur
lijk een verzinsel, al had kolonel
Wijt inderdaad een groot postuur
gehad. Toch slijten zulke verhalen
nooit helemaal weg; een dertig
jaren later hoorde ik er bij toeval
nog eens van. Het huis is in 1969
gesloopt, nadat er c.a. nog een tijd
een pastoor in heeft gewoond en
het als huisvesting voor Marva's
is gebruikt. Het kwam de oorlog
redelijk door.
Inderdaad - veel meer dan het
geven van indrukken opgedaan tij
dens een plaatsing bij de Rijkswerf
Willemsoord, verduidelijkt met wat
historische gegevens, geïllustreerd
met anekdotes, kon het nauwelijks
zijn en de persoonlijke herinnering
speelde wellicht een té grote rol in
dit opstel, maar hierdoor is mis
schien een en ander meegedeeld,
dat zelfs bij menig marineman, die
er toch zo vaak geweest moet zijn,
omtrent onze laatste rijkswerf wat
onbekend is gebleven.
Uit:
A.G. Vromans (kapitein ter zee b.d.),
s. al, indrukken van de Rijkswerf
vVillemsoord uit de jaren 1936 - 1937"
(Amstelveen 1970), pp. 52 - 55
N.B. Het manuscript is aanwezig op het
In t voor Maritieme Historie van
de Koninklijke Marine te Den Haag en
bevindt zich in de 'Collectie Vromans'.
In de tekst zijn i.v.m. de leesbaarheid
enkele, kleine correcties aangebracht.
Met het bovenstaande artikel komt er
een einde aan de reeks van 9 verhalen
over het Arsenaal en de Rijkswerf, met
dank aan de heer M.A. van Alphen
De foto's bij dit artikel maken geen deel
uit van het oorspronkelijke script.
MiHiniiMiwramii:
üUlLMaUlML
7