3 "Lieve Joke, beste allemaal hier aanwezig om de laatste eer te bewijzen aan Geert Hakkenes. We weten allemaal dat spreken bij een gelegenheid als deze een hachelijke zaak is. Woorden, hoe goed ook bedoeld, kunnen verwarring zaaien. Woor den, troostend bedoeld, kunnen verwonden; maar we kennen ook allemaal de versregels: "Zo lang de mensen woorden spreken, Zo lang wij voor elkaar bestaan" En we weten dat dit onverbrekelijk bij elkaar hoort. Woorden spreken en voor elkaar bestaan. Juist in uren als deze, mogen we, móeten we voor elkaar bestaan, en is een mond die oprecht stamelt beter dan een hoofd vol hersens, dat zwijgt. Het meeste van wat je eigenlijk zou willen zeggen, kan niet gezegd worden, omdat de taal niet toerei kend is voor wat je voelt. Ons gevoel van plotseling van hem afgesneden te zijn, is een pijn die niet te beschrijven is - we zijn geschokt, verbijsterd ja - verbijs terd om zijn dood, zo volkomen onverwacht. Geert, de sportieve, de fietser die voor niets stond, en voor een ritje naar Leeuwarden of Amsterdam zijn hand niet omdraaide. Onze verbijstering over zijn onver wacht heengaan laat zich eenvou dig niet verwoorden. "Een zilveren snoer, doorgeknipt Een gouden lamp, kapot op de vloer Een kostbare kruik, gebarsten aan de rand van de put Zwart als git het licht Aardedonker de zon, de maan, de sterren Met deze stamelende woorden probeerde Prediker het zo'n drie duizend jaar geleden te zeggen. En ik zeg hem na: Een zilveren snoer stuk gesprongen Een gouden lamp, plotseling kapot Een kostbare kruik, zomaar gebarsten Ach, zo zeggen wij het niet meer, maar we bedoelen wel hetzelfde als we zeggen: Een lieve, trouwe man Een zorgzame vader Een hartelijke, meelevende groot vader Een door en door betrouwbare zwager en vriend Een solide bestuurslid Een bescheiden mens, wars van uiterlijk vertoon Maar wel iemand op wie je kon rekenen, Iemand, die althans in de redactie van "Levend Verleden" het blad van de Helderse Historische Ver eniging werk deed wat je niet zag. Veel werk zelfs en altijd op zijn eigen rustige, stille manier. Wat zouden we toch allemaal niet willen doen om hem weer terug te krijgen. Zoals Ida Gerhard dichtte: "Zeven maal om de aarde gaan Als het zou moeten Op handen en voeten Zeven maal, om die éne te groeten Die daar lachend te wachten zou staan Zeven maal om de aarde gaan Zo iets ja, zo iets Maar het zal niet gaan, al moesten we ook alle maal. Het enige wat we kunnen doen is hem niet vergeten, en zijn vrouw en kinderen niet alleen te laten en zo onze vriendschap tonen aan hij die gestorven is. Misschien ook is er troost in de woorden van de Psalmist: "Al wordt mijn lichaam afgebroken Gij zijt mijn rots, mijn God De toekomst die op mij wacht. Ik hoop dat dit jullie tot steun zal zijn, al de dagen die jullie verder leven. Jan T. Bremer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2004 | | pagina 5