plaatst. De nieuwe kerk van Abbe
stee of Abtstede gewijd aan Johan-
nes de Doper staat overigens al wel
afgebeeld op de ontwerpkaart van de
Zijpe met de zeven kerken.
Tijdens de Pontiaansvloed sloeg
zo'n 5,5 meter duin weg, bij de
Allerheiligenvloed in 1570 werd de
nieuwe kerk van Abbestee verwoest.
Landinwaarts zien we in de nieuwe,
te bedijken Zijpe tussen Callantsoog
en Schagen een verhoogde schor, de
Groot Keyns of Leeuwenhorn.
Desen Grooten Keynsa is groot
ontrent vier morgen
in 't weyden en in 't sayen
't Leyt hooch boven 't Sijpsche lant
een quartier gaens van d'oude
seedijck
ick hebber lustich hoy (hooi) sien
maeyen
't leyt 's winters en somers meest
droogche
(D.A. Valcooch)
In het land achter de oude (West-
friese) zeedijk zijn alleen Schagen
(met kerk), de (kleine) Keyns (met
kapel) en Sint Maarten (met kerk),
in feite alle drie terpdorpen, afge
beeld.
Waddeneilanden
Het strand tussen de waddeneilan
den Callantsoog en Huisduinen was
nagenoeg gesloten. Het op de kaart
nog aangegeven Heersdiep was
inmiddels geheel verland. Alleen
bij hoge stormvloeden sloeg het
Noordzeewater over het strand ver
landinwaarts tot in de Zuiderzee bij
Wieringen. Toch heeft het, mede
door oorlogsomstandigheden, nog
tot 1610 geduurd eer beide eilanden
door een zanddijk, de Oldenbar-
neveltsdijk, werden verbonden; de
bedijking aan de oostzijde (Koegras)
vond pas in 1817 plaats. Evenals
Callantsoog is Huisduinen slechts
globaal aangegeven. Van het dorp
Helderbuurt in de noordelijke dui
nen aan het Marsdiep bijvoorbeeld
is geen spoor te bekennen, terwijl
we zeker weten dat 't dorp er wel
degelijk was. Daar staat tegenover
dat het silhouet van de Huisdui-
ner kerk gewijd aan Sint Nicolaas
nauwkeurig overeenkomt met de
situatie zoals aangegeven in de 16e
eeuwse stuurliedenboeken.
Her kerkje, in 1513 herbouwd nadat
het oude kerkgebouw verloren
gegaan was (1509), heeft 't overi
gens niet lang uitgehouden. Op de
kaart van 1599 van Gerrit Dirksz.
Langendijk staat de kerk met zand
overstoven in de buitendijkse duin-
regel en gaat spoedig daarna verlo
ren.
Marsdiep
Op het noorderduin staan twee
bakens, die in één lijn met de uiter
ton buitengaats de invaarroute van
het zeegat door het Spanjaardsgat
aangeven. Bij het binnenvaren
moest men zo dicht mogelijk
langs de noordoever van Huisdui
nen varen, zo ver mogelijk van de
ondiepten bezuiden Texel. De noor
delijke ton voor het zeegat ligt voor
het Landsdiep van Texel, een gat
dat aan het eind van de 16e eeuw is
verland door de 'verheling' van de
Noorderhaaksbank aan Texel. De
geul kon omstreeks 1550 nog wel
door kleine schepen en visserspin-
ken worden gebruikt.
In het Marsdiep en voor anker op
de ree van Texel zijn een aantal
driemastschepen getekend, in het
midden van de 16e eeuw de meest
voorkomende koopvaarders. Zui
delijker op de ree, wat meer naar
rechts richting Wieringen, zijn
twee boeiers afgebeeld, kleinere
binnenvaartuigen met één mast
en spriettuig. Ook ten noorden en
oosten van Oosterend linksboven
op de kaart zijn een viertal kleinere
schuiten getekend met één mast,
scheepjes die gewoonlijk slechts 1,5
a 2 m diepgang hadden en geschikt
waren als wadzeilers (hoedboten of
hoeiers).
Visserij
Op de Noordzee zijn pinken, de
voorlopers van bommen, bezig
met zeevisserij. Ze zijn zowel
zeilend als met gestreken mast
afgebeeld. Sommige bemannin
gen zijn bezig de netten binnen te
halen. Waarschijnlijk haringnet
ten, want elders zijn vissers bezig
met de zogenaamde zegens, de
(Zuiderzee)haring die het zeegat
binnen wil trekken, te vangen.
Ook op het strand liggen enkele
pinken en vletten, terwijl voor de
kust van Texel bij De Wester net
ten gedroogd worden, een visser
een mand sjouwt en een harington
staat afgebeeld.
Texel staat zó fraai afgebeeld dat
Henk Schoorl sprak van "een bal
lade". Ook Wieringen is "een plaat
je", maar meer ook niet. De nieuwe
bedijking aan de zuidzijde (1541)
staat slechts met één vaag lijntje en
één molentje afgebeeld. Maar nog
maals: daar ging 't Van Scorel alle
maal niet om. Het ging hem om de
illustratie bij een ontwerpplan. Dat
moest er zo fleurig mogelijk uitzien
en dat doet 't dan ook!
Jan van Scorel (1495-1562)
Officieel was de pastoorszoon Jan
van Scorel een buitenechtelijk kind.
Pastoors leefden immers celibatair.
Op 1 februari 1543 legitimeerde Kei
zer Karei V, heer der Nederlanden,
de geboorte van deze zoon van "wij
len heer Andries Ouckeyn, priester,
geprocreert aen wijlen Dieuwer
Aerntsdr." Zijn ouders lieten hem
tot 1507 onder rector Antonius
Liber en diens opvolger Gerardus
Bastius tot 1509/10 aan de Latijnse
school te Alkmaar. Na het over
lijden van zijn vader omstreeks
1510 ging de begaafde jongen op
14-jarige leeftijd eerst in de leer bij
de befaamde Alkmaarse schilder
Cornelis Cornelisz. Buys, twee jaar
later bij diens broer Jacob Corne
lisz. te Amsterdam. Deze leertijd
en de protectie van de heren Van
Egmond van den Nijenburg, burge
meesters te Alkmaar, die hem ver-