ti
seedycke (Westfriese dijk)". Schreef
de schoolmeester Dirck Adriaensz.
Valcooch niet in die dagen:
Die boeren worden daer te met so
rijcke
ick hebbe se gesien die molcken
vyfthien koeyen
behalve scapen en paerden
Als die Sijpsche boeren met haer wer
te mert (markt) quamen
sij reden en triumpheerden als
jonkers ..."4
Er kwamen andere problemen
waardoor Van Scorels grote plan
uiteindelijk mislukte. Maar dat
verhaal valt buiten de opzet van dit
artikel en is bovendien al eerder
verteld.5
De kaart in detail
Rechtsonder op de kaart zien we
hoe de Schoorlse zeeduinen over
gaan in de verdedigingswerken
van de Hondsbossche. De Pette-
mer kerk wordt aan de noordzijde
beschermd door een smalle duin-
reep, of eigenlijk een verstoven
zanddijk. Naar 't westen wordt het
dorpje, aangegeven door een paar
huisjes beschermd door een dijk,
de Hondsbossche, en een zestal
zogenaamde hoofden haaks op de
kust. Andries Vierlingh noemt de
Hondsbossche een wonderlijke con
structie "gewrocht met houten, stee-
nen, njs(hout) ende kisten tegens den
grooten overval van de zeebaeren, die
dyckwils (dikwijls) over den dijck slaen
min oji meer of 't te Petten in 't dorp
dagelycx regende". De hoofden zijn
getekend als "ongeschonden". In
werkelijkheid waren ze tijdens stor
men in december 1551 en in januari
en februari 1552 ernstig beschadigd.
Bij deze stormen was de zee ook
door de duinen benoorden Petten
geslagen. Op de kaart is bij Petten
een diep landinwaarts lopende geul
getekend als "de cleyne Zijp".
De nieuwe Zijpdijk waaraan talloze
dijkwerkers bezig zijn, is ver land
inwaarts getekend. Heel verstandig.
Het water moest wel héél ver land
inwaarts komen wilde het de dijk
bereiken.
Ten oosten van Petten zien we een
dwarsdijk getekend die de nieuwe
Zijpdijk verbindt met de oude
Schoorlse zeedijk aan de binnen-
duinkant. Het kleine driehoekige
poldertje is de toekomstige Haze-
polder genoemd naar één van de
geldschieters, de Antwerpse koop
man Servaes de Haese. De nieuw
aan te leggen dijken zijn overigens
getekend als muren: veel te steil.
Een dichterlijke vrijheid van de
tekenaar? Of wist Van Scorel wer
kelijk niet dat de dijken naar de
zeezijde beter een brede, schuin
aflopende helling kunnen hebben?
Vierlingh suggereert het laatste en
schoolmeestert dat men het water
niet beter kan tegenhouden dan
"gevende hem veul (veel) speelens".
Ketelduinen
Meer naar links, naar het noorden
zien we halverwege de strandvlakte
de 'ketelduynen' afgebeeld. Van
het Groot- en Klein Ketelduin, in
stuurliedenboeken uit die tijd afge
beeld als witte stuifduinen die een
markant herkenningspunt waren in
dit gedeelte van de Hollandse kust,
klaagt Vierlingh dat het zand daar
van "daegelycken vervliecht" over de
kostbare kleigronden van het land
inwaarts gelegen Zijpebekken.
Langs de nieuw aan te brengen
Zijpdijk heeft Van Scorel een groot
aantal figuren die - zoals hij dat zich
voorstelde - bezig zouden zijn bij de
bedijking. Mannen met kruiwagens
en schoppen, met tweewielige boe
renkarren getrokken door paarden
en ossen. In werkelijkheid ging
het in zoverre anders dat, volgens
Vierlingh, uitsluitend karren met
paarden werden gebruikt en het
zandtransport overwegend met
zogenaamde molborden. Opzieners
en bezoekers, zoals Van Scorel die
tekende, waren er wel.
Callantsoog en Groot Keyns
Ten zuiden van Callantsoog zien
we nog een diep landinwaarts
gaande geul, ooit "de groote Zijp"
Men was in de jaren veertig van
de 16e eeuw juist bezig een nieuw
dorp in het noorden van het eiland
(Abbestee) te bouwen omdat door
stormvloeden (1509,1531) de duin-
kust zodanig was afgeslagen dat de
op deze kaart nog afgebeelde kerk
moest worden afgebroken en ver-
Detail van de schetskaart van de
Noordkop vervaardigd door Jan Scorel.
4 Cv ft
.4 -
SU
-sfi. ll
T rfV
t 4 -A t
<jt t
18