Van buitenveld tot cultuurland
Polder het koegras
De verkeersweg langs het Noord-
Hollandsch Kanaal was vroeger
vrijwel de enige weg naar Den Hel
der. Het was een weg, welke voor
voetgangers bijna onbegaanbaar
was, daarom liepen deze in de
regel langs het jaagpad of in het
midden van de weg op het paar-
depadje, dat in het midden van de
weg als een hoge wal prijkte met
aan weerszijden een diep wielslag,
gevuld met grof grind. Nu was dat
paardepadje juist ook geen mooi
pad om langs te wandelen, omdat
hier en daar de klinkers nogal eens
ontbraken of erg ongelijk lagen.
Men wandelde daar alleen als het
jaagpad nat of modderig was. Dat
jaagpad lag daar voor de paarden,
die de schepen door het kanaal
sleepten. Het pad liep door tot
aan de rode bruggen, waarover
men dan Den Helder binnentrok.
Het jaagpad had heel wat betere
dagen gekend toen de zeesche
pen hier door het kanaal naar
Amsterdam of naar zee getrokken
moesten worden. De paarden, die
achter elkander langs het jaagpad
zwoegden, trokken aan de dikke
trossen, welke af en toe door het
water kletsten. Dat was nog een
gouden tijd voor Den Helder. Het
was nog de poort, die toegang gaf
tot het hart van Holland. Het was
de uitgangspoort voor de schepen,
die uitzeilden naar Oost en West.
De Rijksweg (Ng) met het Noord-Hol
lands Kanaal ten noorden van vliegveld
De Kooy in circa ig6o. Op de achtergrond
Den Helder, rechtsonder het
Balgzandpoldertje.
Daar werd proviand ingeslagen en
de nodige reparaties verricht. Daar
heerste bedrijvigheid.
's Avonds trok Piet Vader met
zijn jaagpaarden, welke een zware
dag achter zich hadden, langs dat
jaagpad naar huis toe. Vanaf zijn
rijpaard liet hij zijn ogen over het
Buitenveld dwalen. Hoe prachtig,
hoe ongerept lag het daar. Wel
waren er al grindwegen en stond
er hier en daar een boerderij. Zijn
ogen dwaalden over wilgen, vlieren
en meidoornbosjes, over rietvelden
en zwinnen. Zijn ogen bleven rus
ten op de daarachter gelegen zilte
velden, waarlangs zich een boord
slingerde van bloeiende paarse
zulte, met hier en daar een zilveren
vlek van geurende zeealsem. Daar
tussen tekenden de rode vlekken
13